Duurzaamheid 13: Brexit toont het einde van het primaat van de economie

Met de Brexit schudt niet alleen de EU op haar grondvesten, maar wordt een diepe scheur zichtbaar in het oude vooruitgangsgeloof dat economische groei alle andere kwesties in belang overschaduwt. Het imperialisme van de groeifilosofie heeft sinds de Tweede Wereldoorlog de mondiale elite van economen vleugels gegeven en door hun bevoorrechte positie in de wereld instituties zoals de Wereld Bank, het IMF, de OECD, het World Economic Forum, etc. heeft dit denken ruim een halve eeuw de toon kunnen aangeven.

brexit

Dertig jaar geleden de eerste signalen

Met het VN Brundtland rapport ‘Our Common Future’ uit 1987 werd een eerste deuk in het economisch vooruitgangsdenken aangebracht. Niet alle economische groei is goed, althans niet voor alle mensen die het raakt en zeker niet voor de aarde. John Cobb Jr. en Herman Daly, de laatste als econoom werkzaam bij de Wereld Bank, publiceerden in 1989 hun boek ‘For the Common Good: Redirecting the Economy toward Community, the Environment, and a Sustainable Future (Boston: Beacon Press)’. Hierin lieten zij zien dat de maatstaf voor economische groei (het Bruto National Product) eenzijdig wordt vastgesteld omdat de schadelijke effecten van de groei niet in mindering worden gebracht op het resultaat (het opruimen van vervuiling wordt zelfs als economische productie meegeteld) en dat welvaart niet automatisch over de hele gemeenschap wordt gedistribueerd.

De groei-euforie kan alleen bestaan door niet onder het tapijt te kijken

De leidende politici en het grote bedrijfsleven waren echter al decennia voorstanders van het wegnemen van grenzen voor groei, en bleven globalisering en het wegnemen van grenzen voor handel, personen- en goederen verkeer met kracht nastreven. Dit denken vormde ook de ruggengraat van de Europese Economische Gemeenschappen en de daaruit voortgekomen zich almaar uitbreidende EU en de in een volgende golf van vooruitgangsgeloof tot stand gebrachte Euro.
Niet voldoende werd onderkend dat de zegeningen van de grotere economie alleen ten goede komen aan een toplaag in de samenleving die zich als mondiale burgers kunnen gedragen en dat lokale, minder mobiele bevolkingsgroepen niet aangesloten zijn op deze geglobaliseerde economie. Men kijkt door het eenzijdige karakter van de indicatoren als het ware weg van wat er in de werkelijkheid gebeurt. Deze schaduwkant verbleekte vooralsnog tegenover het succes van de val van de Berlijnse muur in 1989 en dat van de opkomende economieën in bijvoorbeeld Brazilië, China, India, Indonesië en Maleisië.

Het einde van de globaliseringsgolf

Maar dan wordt op 11 september 2001 de wereld geschokt door de aanslagen op o.a. het World Trade Centre in New York. Al de volgende dag constateren sommige economen dat dit het einde betekent van de globalisering. Grensbewakingen worden verscherpt, openheid en vertrouwen worden ingewisseld voor wantrouwen, een mondiale ‘war on terror’ vangt aan.

brexit 9 11

Al snel daarna blijkt een andere kwetsbaarheid van een geglobaliseerde economie. Als de Lehman Brothers Bank door onverantwoorde kredietverlening omvalt en de schokgolf wereldwijd de banken en verzekeraars meetrekt, is het crisis. Netwerken hebben grote voordelen maar die kunnen bij een gevaar omslaan in grote risico’s. Een oude leermeester, de microbioloog C.O. Schaeffer, legde me over een simpeler netwerk, de openbare waterleiding, eens uit: ‘een goede centrale watervoorziening is een zegen, maar een slechte is een vloek’. Dan wordt een ziekteverwekkende bacterie aan alle gebruikers in de stad toegediend. Dat gebeurde hier op financieel gebied. Door deze crisis viel de bankier van zijn troon en daarmee de overheid die deze banksector al die tijd de hand boven het hoofd had gehouden en hen de licentie gaf om zo te handelen. Met de morele val van de bankier viel in belangrijke mate ook de nationale overheid. Wat kon de burger nog geloven als de overheid beweerde dat iets goed voor hem of haar was? Was de overheid zelf wel goed geïnformeerd en had die wel het belang van de gewone burgers op het oog of alleen van de tot nu toe aan de macht zijnde elite?

brexit lehman

Brussel is de spiegel van onszelf

Binnen de EU is er in deze periode al lange tijd onvrede over het Europese project dat immers ook merendeels op economische groei is gericht. Open grenzen is goed voor de economie, dat geeft goedkope arbeidskrachten de gelegenheid om bij de best presterende bedrijven te werken zodat Europa op de wereldmarkt kan blijven concurreren, bijvoorbeeld met Aziatische landen. Of deze goedkope arbeidskrachten kunnen in de bouw, de zorg en de logistiek zorgen voor lage arbeidslasten voor de bedrijven. En de bestaande bevolking moet zich dan maar bijscholen en in andere bedrijfstakken werk zien te vinden. Als dat door de economische crisis niet zomaar meer lukt, neemt de onvrede over de vrije toegang van Polen en Bulgaren tot werk in eigen land snel toe. De bevolking ervaart dit als de schuld van Brussel, maar eigenlijk moeten we zeggen dat dit de schuld is van het dominante denken dat economische groei uiteindelijk alles zal oplossen. Dat denken heeft Brussel gekaapt, maar Brussel kan ook anders gaan denken, want Brussel is de spiegel van onszelf.

Het einde van de territoriaal groeiende EU

Tot nu toe groeide de EU elke paar jaar met een of meer lidstaten. De laatste tijd waren het niet de sterkste landen die erbij kwamen. Hun inwoners trokken naar het midden, noorden en westen van de EU om werk en betere omstandigheden te vinden. Dat gaf toenemende spanningen, het meest in een land als Brittannië dat al een vorm van EU-lidmaatschap had dat aaneenhing van uitzonderingen en speciale regelingen. Maar door de vluchtelingencrisis en het onvermogen van lidstaten om die toestroom snel te reguleren zijn de centrifugale krachten enorm aangezwengeld. Na de Polen, Bulgaren en Roemenen, die volgden op de Turken en Marokkanen, en in Engeland de Indiërs, is er grotere weerstand ontstaan om nog meer vreemdelingen toe te laten. Dit vooruitzicht werd voor een grote groep door de crisis al geraakte burgers een stap te ver. Dat het tij keert, wordt het eerst zichtbaar in een land dat toch al voortdurend op de wip heeft gezeten, het Verenigd Koninkrijk.

Alleen een op duurzaamheid gerichte EU kan overleven

Wil de EU overleven dan zal het bewustzijn moeten indalen dat de EU geen toekomst heeft als men zich alleen op de economische ontwikkeling blijft concentreren. Dat argument heeft de Britten er niet van weerhouden om voor de Brexit te stemmen. Die moed is te prijzen. Met dezelfde moed zal nu gewerkt moeten worden aan een vernieuwde EU, een werkelijk duurzame EU, waarin de sociale zekerheid van haar inwoners een hogere prioriteit krijgt dan tot nu toe.

25 juni 2016

Duurzaamheid 12: Maatschappelijke transities en ons ik

De Bildung Academie

Op 2 juni 2016 gaf ik een gastcollege bij een leuke groep studenten die deelnemen aan de in Amsterdam opgezette Bildung Academie (http://debildungacademie.nl/). De Bildung Academie is een aanvullend academisch platform dat ‘invulling geeft aan datgene waar bestaande universiteiten niet aan toekomen: gericht aandacht geven aan persoonlijke ontplooiing van de student en aan de bevordering van zijn maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef’. Zij gaan dieper in op thema’s zoals energie, geld, overtuigingskracht, kunst, identiteit, religie en spiritualiteit. Mijn collegemiddag had als thema ´Duurzaamheid als houding?´ De middag startte ermee dat twee studenten mij interviewden over mijn publicaties en wie ik als persoon eigenlijk was.

bildung akademie

Beleving van transitie voorbeelden

Daarna hield ik mijn college en vervolgens gingen we al discussiërend dieper in op vragen zoals wat er nu eigenlijk gebeurt bij een maatschappelijke transitie. Deze groep verdiepte zich namelijk in de energietransitie. Ik had zelf het volgende lijstje met transities die mij van belang leken voorbereid:
• Eerste vaccinatie (tegen pokken) 1718
• Eerste spoorlijn (A’dam-Haarlem)1839
• Eerste waterleiding (Haarlem –A’dam)1853
• Eerste elektriciteitscentrale in Nederland (Kinderdijk)1863
• Oprichting Verenigde Naties 1945
• Eerste atoombom op Hiroshima 1945
• Oprichting Europese Gemeenschappen Kolen en Staal 1951
• Start nationale distributie aardgas 1959
• Eerste mens op de Maan 1969
• Nederlandse aanpak rioolwaterzuivering 1970
• Eerste mobiele consumenten telefoon 1983
• Val van de Berlijnse muur 1989
• Start worldwideweb 1991
• Earth Summit Rio de Janeiro 1992
• EU verdrag van Maastricht 1992 (o.a. invoering Euro)
• VN Klimaatverdrag van Parijs 2015 (o.a. opwarming tot 1.5 graden Celsius beperken)

Maar ik liet dit lijstje nog niet zien en vroeg wat zij als de belangrijkste transities in de maatschappij zagen. Op zo’n moment realiseer je je het verschil in leeftijd en beleving. Want dingen die mij als belangrijk voor ogen stonden waren geheel buiten hun ervaringswereld. Tijdens de adembenemende landing van de eerste mens op de Maan of de val van de Berlijnse Muur waren ze nog niet geboren! Zij kwamen met een ander lijstje, waaronder:

• De eerste i-Phone
• Internet
• Zwarte Piet discussie
• Tinder
• Drones
• Zelfrijdende auto’s

Er overlapten maar enkele onderwerpen. Het laat zien dat wat op een bepaald moment in de geschiedenis een transitie was, later voor lief wordt genomen. We kunnen maar moeilijk zien wat er eigenlijk gebeurt als je de maatschappelijke ontwikkelingen in een groter tijdsperspectief zou plaatsen. We hebben maar beperkt overzicht. Wat is de mega-transitie van de afgelopen decennia, de afgelopen eeuwen, de afgelopen millennia?

Ik realiseerde me dat generaties die uitsterven hun ervaringswereld meenemen, waarmee die voor goed zou uitdoven als er geen bibliotheken waren, net zo goed als de ervaringswereld van de huidige jonge generatie maar nauwelijks nog beleefd kan worden door de oudere generatie. Hun geheugen zit al zo vol met de eigen ervaringen en er zijn steeds minder andere mensen waarmee die kan worden gememoreerd. De beleving van transities golft uit ons bewustzijn met het uitsterven van generaties en wordt vervangen door de belevingen van aanstormende nieuwe generaties die met een schone lei beginnen. Dat helpt niet om de grote transities te doorgronden.

Denken over transities in Nederland

In ons land is het denken over transities beïnvloed door mijn collega Jan Rotmans, zoals verwoord in bijvoorbeeld ‘Transities & transitiemanagement: Oorsprong, status en toekomst’, van Loorbach en Rotmans, Rotterdam: Drift, 2012; en ‘In het oog van de or¬kaan’, Rotmans, Boxtel: Aeneas, 2012. Twee decennia eerder kwam al de Commissie Lange Termijn Milieubeleid (CLTM) onder leiding van Nico Nelissen met het concept van noodzakelijke ‘trendbreuken’ om een duurzame toekomst van Nederland mogelijk te maken (Het Milieu: denkbeelden voor de 21ste eeuw, CLTM, Zeist: Kerckebosch, 1990). Bewust of onbewust is het werk van Rotmans hier een verlengstuk van. Zijn transitiekunde vond zijn oorsprong in de technologische transities die voor het milieu nodig waren en verbreedde hij later naar het thema duurzaamheid om vervolgens uit te waaieren naar elke maatschappelijke transitie, inclusief die van voeding en gezondheidszorg. Hij laat zien dat er bij transities eerst een bewustwordingsfase is, een kleine groep vernieuwers die een nieuwe technologie of handelwijze praktiseren en propageren. Vervolgens groeit wat eerst een te verwaarlozen groepje modernen was uit waardoor een kantelpunt in bewustzijn wordt bereikt en plotseling een meerderheid ontstaat die oude drempels voor de vernieuwing in één golfbeweging slecht. Daarmee is de transitie naar een nieuw maatschappelijk gebruik een feit. De samenleving lijkt op dat moment ook vergeten dat er veel tegenstanders waren, de transitie is het nieuwe vanzelfsprekende, de nieuwe norm. We vinden het natuurlijk dat er veilig en altijd oproepbaar leidingwater in onze huizen is, dat we televisie hebben, een werkende mobiele telefoon, recht op betaalbare gezondheidszorg, ouderenzorg, jeugdzorg. Natuurlijk hebben vrouwen gelijke rechten als mannen, etc. Inderdaad, maar dat was niet altijd zo. Daarvoor waren transities nodig, daarvoor moesten kantelaars aan het werk en kantelpunten worden genomen, in Rotmans terminologie. Verandermanagement bestond natuurlijk al langer in de bedrijfskunde, met een analyse van de ‘early adapters’ en de ‘late resisters’ en met raadgevingen hoe met hen in je bedrijf om te gaan bij het doorvoeren van een grote verandering. Toch heeft de transitie ook iets magisch. Ik bedoel daarmee het moment dat het geloof in de vooruitgang, die de nieuwe ontwikkeling brengt, overslaat op een veel grotere groep dan daarvoor. Wat eerst nog wordt betwijfeld, wordt ineens vanzelfsprekend. Er lijkt een resonantie effect op te treden, zoals de snaar op de ene viool gaat meetrillen met een aangestreken snaar op een andere viool. Een muziekstuk lijkt zich over een ieder uit te gieten en je trilt mee of je wilt of niet. Er is zoiets als een groepseffect bij betrokken. Er wordt een nieuw lied ingezet en al snel zingt iedereen dat mee.

De geboorte van het menselijk Ik is de mega-transitie van de afgelopen millennia

Maar ik wilde met de studenten niet uitgebreid bij het transitieproces zelf stilstaan, maar een stap maken die de transities, die elkaar steeds sneller lijken op te volgen, in een voor hen nieuw daglicht zou plaatsen. Ik probeerde hen er bewust van te maken dat ze over iets unieks beschikken en om na te gaan hoe dat door de transities wordt beïnvloed. Ik zei: ‘het goud waarover jullie beschikken is jullie Ik, jullie zelfbewustzijn. En je moet er goed op leren letten wat een transitie met je Ik doet’. Het geboren worden van het menselijke Ik is immers de mega-transitie van de afgelopen millennia!

Twee soorten transities

Heel veel van de genoemde transities hebben een technisch karakter. Ze veraangenamen of vergemakkelijken het leven, maar wat betekenen ze voor ons Ik? De mens had vroeger nog niet zo’n zelfbewustzijn. We behoorden tot onze stam, tot onze familie, tot ons gilde, tot ons land, tot ons taalgebied, tot ons geloof. Dat ik is zich gaan manifesteren aan het begin van onze jaartelling wanneer bijvoorbeeld in Rome de burgerrechten algemeen worden ingevoerd. Het neemt in onze dagen een grote vlucht door de individualisering, waarbij publieke sociale vangnetten het ook mogelijk maken om niet meer afhankelijk van je familie te zijn als je bijvoorbeeld weinig inkomsten hebt of ziek wordt. Maar het ik staat ook bloot aan gevaren. Het persoonlijke ik kan zich verheffen tot een universeel ik, een ik dat niet alleen oog heeft voor het eigen belang maar ook voor dat van anderen. Maar het ik kan ook terugvallen in het eerdere groepsbewustzijn waar het uit is voortgekomen. Hoe universeler de waarden die het persoonlijke ik hanteert hoe meer duurzaam de houding van zo’n persoon of organisatie is te noemen. Hoe omvattender het bewustzijn van de mens, hoe verder deze zich als zelfbewust ik heeft ontwikkeld. En mijn vraag was nu hoe de transities in verband staan met deze houdingen waarmee het handelende ik zich uitdrukt. Staan de transities in verband met een sterker en wakkerder ik of juist niet? Vanuit deze vraag kwamen we ertoe de transities wat beter onder de loep te nemen. We zagen dat er eigenlijk twee soorten transities zijn: technische en morele.

Technische transities werken op het ik

De meeste transities behoorden tot de technische. Zij veraangenamen ons leven en nemen ons werk uit handen. Daar is niets mis mee, maar er lijkt toch een gevaar in te schuilen. Veel technologische transities nemen ons iets uit handen waarvoor we eerder met onze aandacht, ons ik, een prestatie moesten leveren. Om paard te rijden moesten we wakker sturen, in de zelfrijdende auto kunnen we in slaap vallen. Een aantal studenten zag daar geen bezwaar in. Er hoeft ook geen bezwaar te zijn, als we ondanks de techniek ons wakkere ik blijven gebruiken. Maar het wordt anders als ons ik wordt overgenomen door de machines en hun eigen wetmatigheden. Want aan de lopende band wordt de mens ont-ikt, in de bureaucratie wordt het vuur van het ik gedoofd, en wie elke vijf minuten zijn berichten checkt is zijn vrije ik aan het kwijtraken. Dat is het ergste dat ons kan overkomen. Want het wakkere ik dat zich in dienst stelt van het universele belang is de verdere evolutieweg die we kunnen gaan. Zonder dat ik, zonder die groeipotentie naar groter bewustzijn, vallen we terug in een fase waar we juist twee millennia geleden uit zijn gekomen.

Morele transities komen voort uit het ik

De andere soort transities, de morele, zijn van een heel andere aard. We vatten daaronder transities zoals de oprichting van de Verenigde Naties, het Klimaatverdrag van Parijs, maar ook de Zwarte Piet discussie. Deze transities komen niet uit de technologische vernieuwing voort maar uit de groei van ons bewustzijn. Zij zijn juist uitingen van ons handelende ik dat een stap maakt naar een omvattender perspectief, naar een hogere duurzaamheidshouding.

Door onze dialoog werd onze blik op het transitieproces verrijkt. Zonder een groeiend bewustzijn en wakker ik is het maar de vraag of een technologische transitie zo zegenrijk is als we denken.

Donderdag 2 juni 2016