Richard Wagner’s Der Ring des Nibelungen; Reis van 27 juni tot 4 juli 2016 naar Leipzig

Een reis maken om in één week ‘Der Ring des Nibelungen’ te beluisteren is geen alledaagse bezigheid. Waar komt die titel vandaan? Wie was Richard Wagner eigenlijk? Welke rol heeft deze reeks opera’s in de geschiedenis gespeeld? Allemaal vragen waarop ik het antwoord bij het boeken van deze reis niet helder voor ogen had. En zoals het gaat bij het in aanraking komen met belangrijke thema’s uit onze cultuur, zeker bij een cultuuranalfabeet als ik zelf ben met mijn technische opleiding en werken in het Nederland van de wederopbouw, maakt dit dingen in je wakker die nog lang nagalmen voordat ze een definitiever plekje in je bewustzijn krijgen.
Onderstaand volgt een verslag van mijn indrukken tijdens de reis. Aan het slot zal ik op de drie vragen terugkomen.

Dinsdag 28 juni 2016

Gister met een gezelschap van 13 deelnemers en onze begeleidster Eveline Nikkels aangekomen in Leipzig. Het is een door Academische Reizen georganiseerde trip om een week lang je te verdiepen in de vier opera’s die Richard Wagner schreef onder de titel ‘Der Ring des Nibelungen’. Het thema kom je ook bij Tolkien’s ‘In de ban van de ring’ tegen. Vanuit de Noorse sagenwereld druppelt er oude wijsheid door in beide werken.
We vlogen van Amsterdam naar Berlijn en reden daarna met een bus de ca. 170 km naar Leipzig. Nog altijd zijn er na de ‘Wende’ restanten uit het DDR verleden te vinden. In de buitenwijken van Leipzig rijd je langs sterk vervallen fabrieken en op instorten staande huizen die nog niet zijn opgeruimd of aangepakt omdat bijvoorbeeld erfgenamen ruziën over hun bestemming. Maar het centrum van Leipzig ziet er glanzend uit.
De eerste uitdaging is om een beetje bekend te worden met de andere reisgenoten, doorgaans net gepensioneerden die nog fut genoeg hebben om actief van cultuur te genieten. De eerste avond kom ik in gesprek met een echtpaar dat fantastische wereldreizen heeft gemaakt. Twee keer een oversteek van Zuid-Amerika naar Antarctica, waarbij de vrouw de meest bijzondere ontmoetingen heeft beleefd met de natuur. Zo voerde haar levenspad naar de savannen in Afrika waar ze in een tentje sliep tussen een kudde olifanten en rondsluipende leeuwen, dan weer kwam naast hun zeilschip op weg naar Antarctica een bultrug zwemmen en had ze minutenlang een adembenemend oogcontact met het reusachtige dier; en afgelopen jaar had ze half bevroren aan een zeil een kilometer boven de Mont Blanc gehangen, meeliftend op de stijgwinden bij steile rots hellingen. Zo bleken achter de gezichten, die me eerst weinig zeiden, de meest verrassende personen schuil te gaan.
Vanochtend kregen we van Ute, een circa 35-jarige inwoonster van de stad Leipzig, een rondleiding langs de grootste bezienswaardigheden in het centrum van de stad. Er kwamen vele interessante dingen aan het licht. Te beginnen bij het kopstation van de Bundesbahn dat als monstrueus gebouw tegenover ons hotel ligt. De voorgevel is 300 meter breed en maakt een onaangename haast demonische indruk. Het verhaal erachter was ook schokkend. Er waren twee spoorwegbedrijven, naar ik meen een Saksisch en een Thürings, die door de overheid waren gedwongen om samen een station te bouwen. Maar ze bouwden naast elkaar en niet met elkaar aan twee kopstations met één voorgevel. Er waren dus twee ingangen en via de een gingen de Thüringers naar de trein en via de andere de Saksen. Leipzig was de laatste eeuw een grote stad met meer dan een half miljoen inwoners. Het lag op het kruispunt van twee handelswegen, de ene liep van Italië naar Zweden, en de andere van Spanje naar Kiev. En wat werd er dan zoal verhandeld? Dat bleek tot mijn verrassing bont te zijn. Een derde van de wereldhandel in bont in die dagen liep over Leipzig. Langs de Nicolaï Strasse waren de wereldberoemde bontateliers waar dierenvachten in blauw betegelde ruimten op kleur werden gesorteerd en als bontjassen werden vervoerd naar Parijs en New York. Een aantal van deze ateliers staan er nog steeds. Ook is Leipzig bekend als uitgeversstad.

leipzich rauchwaren 20160628_103258
Atelier van Selter & Weinert, waarbij ‘Rauchwaren’ geïnterpreteerd moet worden als ‘vachten’.

Daarna bezochten we de Nicolaïkerk waar het Oostduitse verzet tegen het communisme en de muur in 1989 ontbrandde, waardoor deze kerk extra beroemd is geworden. In de kerk valt meteen het bijzondere kleurgebruik op. De zuilen zijn voorzien van een lichtroze tot perzikbloesem kleur en de uitwaaierende bladeren bovenin zijn beschilderd met appelgroen. Een vrouw in ons gezelschap vond die kleurencombinatie een beetje kitscherig, alsof het zuurstokkleuren waren. Ik wees haar erop dat het misschien bedoeld was om met de hogere kleuren dan die we in de regenboog zien, aan te duiden dat de perzikbloesemkleur op de liefdesenergie van het hart van Christus wees en de appelgroene takken die het dak dragen stonden voor een vorm van de hogere liefde in de geestelijke wereld.

leipzig nocolaikirche 20160701_115512
Het interieur van de Nicolaïkerk

Wat me ook trof was een bankgebouw aan de Augustus Platz dat daar was neergezet door de joodse bankier Hans Kroch. Op de vierkante toren met een trots klokkenspel had hij bovenaan het opschrift geplaatst Omnia Vincit Labor: Arbeid overwint alles. Het lot wilde dat hij door de nazi’s in de Tweede wereldoorlog werd opgepakt en naar het concentratiekamp is gevoerd waarbij hij, veronderstel ik, onder het opschrift moet doorlopen waarop stond ‘Arbeit macht frei’. Zo dichtbij was het oorlogsverleden nog, en de tijd van de DDR, die de jonge Oostduitsers van die dagen doorgaans niet als dramatisch beleefden volgens onze rondleidster. Zij sprak perfect Nederlands doordat ze dit als tweede taal had gestudeerd. Men wist vaak niet beter en voor de gewone mensen was er veel gratis of tegen heel lage prijzen te verkrijgen.

leipzig omnia vincit labor 20160628_113523
Hans Kroch’s Omnia Vincit Labor

Later bezochten we nog de Thomaskerk, die ik minder mooi vind dan de Nicolaïkerk. Wat de bezoekers trekt, is dat hier sinds 1950 Johann Sebastiaan Bach ligt begraven, of beenderen waarvan men vermoedt dat het zijn stoffelijke resten zijn. Echt bewezen is het nog niet.
Rond vier uur ondergingen we de happening die Eveline Nikkels organiseert en die zij ‘het klasje’ noemt. Ze is een op Nietzsche en Mahler gepromoveerde musicologe en legt uit wat we deze avond in de Opera te horen krijgen. Ze ging in op de manier waarop Wagner zijn opera ‘Das Rheingold’, het eerste deel van Der Ring, heeft gecomponeerd en illustreerde interessante muzikale overgangen en thema’s.
Daarop volgde de opera zelf. De god Wotan vindt tegenover zich de dwerg Alberich die het Rijngoud van de drie nornen, schikgodinnen die de draad van de tijd weven en het verleden, heden en de toekomst representeren, heeft gestolen. Uit dit goud maakt Alberich een gouden ring van macht en een ‘tarnhelm’, waardoor degene die hem draagt onzichtbaar wordt of zich als een andere persoon kan presenteren. Daarmee duiken we in de Noorse mythologie en haar geheimen. Waarover later meer.

Wotan blijkt een paleis te hebben laten bouwen, Walhalla, door een tweetal reuzen. De betaling daarvan heeft hij echter slecht geregeld. Hij heeft de reuzen zijn dochter Freya als beloning beloofd maar wilde als het zover was hier een alternatief voor bedenken. Als het moment begint te naderen en daartoe aangezet door zijn raadgever Loge, schuift hij de schat van het Rijngoud als alternatief voor Freya naar voren. Het goud weet hij Alberich met een door Loge bedachte list te ontfutselen, echter Alberich geeft daarop de ring een vloek mee, die de hele opera zijn tol zal eisen. Als de twee reuzen hun loon opeisen biedt Wotan hen de goudschat aan. De reuzen zijn echter pas tevreden als ze ook de gouden ring die aan Wotan vinger prijkt krijgen. Zodra de ring van personage wisselt slaat de ene reus de andere dood als blijk van de vloek van Alberich. De reus Fafnir overleeft en kruipt met de ring aan zijn vinger en de goudschat in zijn hol.

Woensdag 29 juni 2016

Vannacht viel er een fikse regenbui maar deze ochtend brak de zon weer door. Het was erg lekker weer. We vertrokken om half tien voor een wandeling naar het Bach museum. Hier kregen we uitleg over zijn stamboom, de nog experimentele blaas- en snaar instrumenten uit die tijd, het huis waar hij woonde, zijn twee vrouwen en twintig kinderen waarvan de meesten al heel jong stierven, en over het feit dat zijn zoon Emanuel veel beroemder was dan hij zelf. Johann Sebastiaans beroemdheid kwam pas na zijn dood. We hoorden over zijn enorme productie, 40 cantates in een jaar, mede ingegeven door het geld dat hij voor zijn grote gezin en woonhuis in het laatje moest brengen, en tenslotte belandden we in het Bach archief waar men zich bezig houdt met het nagaan van de authenticiteit van zijn muziek geschriften. Dan ben je echt beland bij het dode uiteinde van zijn werk. Geen woord over waar zijn inspiratie vandaan kwam en hoe we zijn persoonlijkheid geestelijk moeten duiden.
Vanmiddag om vijf uur begon de vijf uur durende opera ‘Die Walküre’. Het leek een lange zit te worden maar er was tweemaal pauze. Ik had er geen hoge verwachtingen van en had me voorgenomen het maar gewoon over me heen te laten komen. Maar het werd, tegen wil en dank, een hele emotionele opera waarbij het iedereen op een bepaald moment wel te machtig werd. De Walküren zijn een negental dochters van Wotan, waaronder de door Wotan meest geliefde Brünnhilde die hij met de godin Erda heeft. Deze Walküren zijn enigszins te vergelijken met de Amazones uit de Griekse mythologie. We waren, meer nog dan de vorige dag, getuige van de innerlijke strijd van Wotan, ook wel gezien als de eerdere goddelijke drager of groepsziel van de mensheid, wanneer hij nieuwe wezens schept. Enerzijds schiep hij wezens die zijn te zien als zijn knechten, maar in zijn hart verlangde hij ernaar wezens te scheppen die iets nieuws toevoegen. Vanuit dat verlangen heeft hij ook een dochter verwekt bij Erda. Fricka voelde zich langzamerhand door Wotans buitenechtelijke relaties in haar eer aangetast en eiste van hem dat zij in haar eer zou worden hersteld. Wotan verwekte ook een tweeling, waarvan de zoon op aarde rondzwierf zonder te weten wat zijn herkomst en naam was. De tweelingdochter Sieglinde was op aarde gehuwd met Hunding en als de tweelingen met elkaar in kontakt komen ontvouwt zich een intense liefde. Sieglinde geeft haar broer zijn ware naam, Siegmond. In Siegmond wordt de nieuwe bestemming van de mens voor het eerst zichtbaar: het in vrijheid leren liefhebben. Alles hebben zij voor deze liefde over, zelfs hun leven. Fricka eiste echter van Wotan dat hij zijn zoon Siegmond zou doden omdat hij de regels van het Walhalla, dat kinderen niet met elkaar gemeenschap mogen hebben, had overtreden. Maar Wotan had zijn zoon Siegmond juist lief en verborg zijn goddelijke zwaard van onderscheidingsvermogen voor hem in een bos zodat Siegmund dit eens zou vinden als de nood aan de man kwam. Fricka dwong Wotan om Siegmund te doden. Na veel verzet gaf hij hieraan toe en stuurde Brünnhilde naar de aarde met deze opdracht. Brünnhilde ziet de liefde tussen broer en zus en besluit om haar opdracht niet uit te voeren. Op het moment dat Siegmond in een tweegevecht Hunding met zijn zwaard wil doden, grijpt Wotan alsnog in en splijt met zijn speer het zwaard van Siegmund in tweeën, zodat hij alsnog door Hunding wordt gedood. Het was een dramatisch moment voor Wotan, want in zijn hart was hij bij Siegmond, maar hij realiseerde zich dat hij niet zijn eigen schepping opzij kon zetten. Hij moest het nieuwe dat komt, de mens die in vrijheid kan kiezen voor de liefde, dwarsbomen omdat deze vrijheid tot liefhebben zich buiten de wetten van zijn rijk ontwikkelde. Brünnhilde nam in de chaos die na de dood van Siegmund ontstond het gebroken zwaard en Sieglinde mee naar haar zusters, de andere acht Walküren. Maar in het Walhalla vond ze geen begrip en tenslotte stond ze voor haar woedende vader, Wotan. Wel had ze Sieglinde, die in verwachting was van een zoon, in veiligheid weten te brengen, maar daarna moest zij de straf van haar vader aanhoren. Al haar goddelijke kwaliteiten werden haar afgenomen en ze zou op aarde worden aangetroffen in een diepe slaap. De eerste de beste man die haar zo vond zou haar tot vrouw mogen nemen. Daarop kwam Brünnhilde in het geweer en verdedigde zij haar gedrag. Een van de meest aangrijpende scenes was die waarin Wotan tenslotte toegaf dat wat Brünnhilde had gedaan ook leefde in zijn eigen hart, maar dat hij als god niet vrij was om als zij te handelen. Met een innige omhelzing namen zij afscheid van elkaar en daalde Brünnhilde af naar de aarde. Zij wist nog één ding te bedingen. Dat was dat de plaats waar zij sliep zou worden omringd door een kring van vuur, afkomstig van de god Loge, die alleen kon worden doordrongen door een man die geen vrees kende.
Zowel de liefdesscene tussen Sieglinde en Siegmund, als de afscheidsscene tussen Wotan en Brünnhilde waren erg aangrijpend en werden door alle toeschouwers herkend als oerervaringen die in ons collectieve geheugen nog een plek innemen. De mens moet de schoonheid van de godenwereld verlaten en op zich zelf gaan staan. Daarmee krijgt de mens de vrijheid om voor de liefde te kiezen, maar de omgang met de goden die ons schiepen moeten we daarvoor achter ons laten. Door Wagner kregen we ook gevoel voor het leed dat in de godenwereld daardoor werd teweeg gebracht.

Donderdag 30-6-2016

Vandaag was een heel andere dag dan de vorige. In plaats van een bezoek aan de opera gingen we op excursie naar Weimar, een busrit van twee uur. Weimar toonde het hoogtepunt van de Europese cultuur. Hier waren heerlijke tuinen, rijke inwoners en een schaar aan wereldberoemde kunstenaars. Niet alleen Bach en Wagner verbleven hier, maar we treffen ook Goethe aan en Schiller, we bezoeken het woonhuis van Franz Liszt, wiens dochter Cosima de tweede vrouw werd van Wagner. En we bezochten de woning waar Friedrich Nietzsche, heftig bewonderaar en later verguizer van Wagner, tijdens zijn laatste jaren werd verzorgd door zijn zuster tot hij heel jong stierf aan de syfilis die hij na een uitstapje had opgelopen.
Weimar was mooi, maar het gaf me geen blij gevoel. Het was of ik over al het moois een donkere deken voelde liggen. Op de westelijke heuvels, achter het aan de rivier de Ilm gebouwde plaatsje, lag namelijk Buchenwald waar de ovens rookten terwijl Adolf Hitler hier tientallen malen zijn gasten ontving in hotel Elephant.

leipzig hotel elephnat 20160630_115257
Hotel Elephant waar Hitler tientallen malen met zijn gasten kwam

En in de Herder- of Petrus en Pauluskerk, die sterk met het protestantisme van Luther is verbonden, -Luther heeft hier nog gepreekt-, herkende ik ineens mijn eigen weerstand tegen de Hervormde kerk. Ik groeide op met de Hervormde kerk en daarin zocht ik het geheim van de geest maar kon dit daar niet vinden. Ik merkte hier de koelheid van het protestantisme. De warmte van de geest is, zij het in vaak verwrongen vorm, toch meer merkbaar in de Rooms-katholieke of Grieks-orthodoxe kerken. Het kerkgebouw is in een kilgrijze tint geverfd, iets dat me eerst verwonderde, maar achteraf begon ik het als heel toepasselijk te zien.
In de woning Silberblick, waarin Nietzsche stierf, lazen we over zijn oudere zuster die sterke sympathieën ontwikkelde voor het nationaal-socialisme. De nazitijd heeft een donkere wolk geschoven tussen het licht van de Europese cultuur, dat hier eerder glansde, en onze huidige tijd.
Terug in het hotel waren er weer mooie onderlinge gesprekken en toen ik naar bed ging werd de voetbalwedstrijd Polen-Portugal, na een 1-1 stand, verlengd. Op straat bleef het onrustig. Mensen op terrassen praatten nog druk in de zachte zomernacht. Opeens hoorde ik een schreeuw: Sieg heil! Het verleden was niet zo ver weg als je hoopte.

Vrijdag 1 juli 2016

Een prachtige zomerdag. Deze ochtend het programma even gelaten voor wat het was, boodschappen gedaan en rustig in de lichte en vrolijke Nicolaïkerk gezeten.
Na de lunch weer een inleiding van Eveline Nikkels over wat ons vanavond in de vorm van de ‘Siegfried’ opera te wachten stond. Ze legde uit hoe Siegfried opgroeit en op zoek gaat naar wie hij is, wie zijn vader en moeder zijn. Dan maakt hij zich los en herstelt zelf het gebroken zwaard dat zijn vader van Wotan had gekregen en dat Wotan met zijn speer had gebroken na de eis van Fricka. Met het zwaard verslaat Siegfried de reus Fafnir, die inmiddels is veranderd in de draak en hier met reuzenworm wordt aangeduid, en verovert de gouden ring die Fafnir van Wotan kreeg als vergoeding voor het bouwen van Walhalla. Wotan had de gouden ring met behulp van een list, die Loge had bedacht, de dwerg Alberich afhandig gemaakt. Daarop begint zijn reis naar de bergtop waarop Brünnhilde ligt te slapen tot hij haar vindt. Voor hij de top kan betreden moet Siegfried Wotan, die als wachter optreedt, verslaan. Wotan weet dat zijn einde als regerend god over de mensen nadert en dit einde is eigenlijk al een feit op het moment dat Siegfried met het zwaard de speer van Wotan doormidden slaat. Dan is de weg vrij om Brünnhilde wakker te kussen. Tegenover de vreugde van de onbesuisde Siegfried staat de weemoed van Brünnhilde nu zij ervaart wat het is om de godenwereld te hebben verlaten.

leipzig met eveline voor de opera P1040713-1
Hajo Kruijff maakte deze foto van Eveline en mij

Na de uitleg van Eveline, realiseerde ik me dat de thema’s van deze opera erg te vergelijken zijn met de thema’s in de Apocalyps van Johannes. Ik denk hierbij in het bijzonder aan het beeld van ‘de vrouw met de zon bekleed en de maan onder haar voeten’. Deze vrouw toont de gereinigde mensenziel die het mannelijke kind, het hogere bewustzijn in de mens, gaat baren terwijl een zevenkoppige draak het kind bedreigt. In deze vrouw kunnen we Brünnhilde herkennen, slapend op een berg omringd door vuur. Het mannelijke kind herkennen we in Siegfried die haar komt wakker kussen. En het motief van de draak komt terug in de reuzenworm die Siegfried eerst moest verslaan met zijn zwaard. Het zijn dezelfde thema’s die kennelijk via de wereld van de mythen en de esoterische scholen uit de oudheid worden waargenomen en overgedragen.
De uitvoering van de derde opera viel mij wat tegen, wat ik wijt aan het gefragmenteerd werken aan deze opera door Wagner, die de derde acte vele jaren later voltooide dan de eerste twee, en door het mindere acteerwerk bij de Siegfried rol.

Zaterdag 2 juli 2016

Vandaag geen opera. Het weer was warm maar regenachtig. Om tien uur meldden we ons voor een tweede stadswandeling onder leiding van de aardige en goed vertellende Ute. De wandeling voerde langs plekken waar Wagner en andere musici zich ophielden en langs een onvoltooid beeld van Wagner aan de rand van de binnenstad met daarop taferelen van Siegfried met het zwaard, de drie nornen, – verleden, heden en toekomst voorstellend-, en een tafereel uit de Parsifal.

leipzig nornen 20160702_104444
Onvoltooid beeld van Wagner en zijn Ring met de drie Rijnmeisjes

We liepen verder naar een beeld van Mendelssohn Bartholdy die Johann Sebastiaan Bach weer onder de aandacht bracht en die het eerste standbeeld voor Bach in de stad oprichtte. Daarna bezochten we het museum gewijd aan Mendelssohn dat is gemaakt van zijn woonhuis. Het is aangenamer dan dat van Franz Liszt in Weimar.

We volgden om drie uur in de middag een orgelconcert van onder andere Bachmuziek in de Thomaskerk en kregen om vijf uur weer uitleg van Eveline over wat ons de komende dag in de vierde en laatste Ringopera, ´Götterdämmerung´, te wachten stond. Ze legde ons nog verschillende muzikale motieven uit, zoals het noodlotmotief dat in verband staat met de dood van Siegfried. Hij stierf door een dolksteek in de rug afkomstig van de zoon van Alberich, Hagen, die deze enige zwakke plek van Siegfried is te weten gekomen door een aanwijzing van de in verwarring gebrachte Brünnhilde.
Steeds meer begon ik me te realiseren hoe groot de overeenkomsten zijn tussen de Ring en de Apocalyps. Beide gaan over de strijd om de tot bewustzijn komende geest van de mens. Kan de nieuwe mens de weg terug naar de wereld van de geest vinden of wordt het goud dat hij heeft gekregen hem ontfutseld door de op bezit en macht gerichte krachten van Alberich en Hagen die hem naar de duistere onderwereld willen trekken?
Zoals bij Wotan, die afscheid moest nemen van Brünnhilde, word ik door Wagner uitgenodigd om nu stil te staan bij Brünnhilde, als de vanuit liefde naar de aardemens afgedaalde Walküre, die behalve het verlies van de omgang met haar vader, moet ervaren dat Siegmond en Sieglinde niet de stap terug naar de wereld van de goden kunnen maken en dat nu Siegfried eveneens iets ontbreekt om die weg te volbrengen. Het is Brünnhilde die toch de weg terug openhoudt voor de mens, door Siegfried met zich mee te nemen in het vuur dat haar terug lijkt te brengen naar Walhalla, terwijl de gouden ring, na te zijn gereinigd van de vloek van Alberich in het vuur en het water van de Rijn, weer terugkeert naar de drie Rijnmeisjes, de nornen, waarmee het verhaal begon.

Zondag 3 juli 2016

De laatste volle dag in Leipzig. Het was frisser nadat het had geregend. We wandelden om tien uur naar het splinternieuwe Museum voor Beeldende Kunst. Het viel op dat in de moderne kunst de duisternis van de tweede wereldoorlog nog steeds doorsijpelt. Een schilder heeft een zelfportret gemaakt met het brandende Dresden op de achtergrond. Ook hangt er een modern portret van een man die door een groene duivel op de rug gezeten wordt. Bij de ingang van de bovenste zaal staat een van leer gemaakte vrouwelijke buste waarbij op de moederlijke plekken van schouders, borsten en knieën scherpe metalen punten zijn aangebracht. En ik zag een tekening van een regiment soldaten met aan de horizon een gigantische liggende gestalte die de god van de oorlog moet zijn. Ook hing er een reeks portretten, die aan een soortgelijke maar grotere compilatie van Marlene Dumas deed denken, waarin de gezichten bijeen zijn genaaid om de verscheuring van de oorlog uit te beelden, naar ik aanneem. De oorlog is als een schaduw nog overal aanwezig.

Al om drie uur in de middag begon de uitvoering van Götterdämmerung die tot zeven uur ging duren. Nog meer dan ik me vooraf realiseerde werd nu het kwaad in ernstiger vorm zichtbaar. De vuurgod Loge, ofwel Lucifer, laat zich niet meer op het toneel zien, maar Alberich kruipt door de bodem omhoog op het aardoppervlak waar zijn zoon Hagen nu de scepter zwaait. Het blijkt dat Hagen nog een graad erger met het kwaad is verbonden dan Alberich. Loopt Alberich rond met een brilletje en in een regenjas, zijn gewiekste zoon Hagen draagt parmantig een jas die hoort bij een Obersturmführer, met een pistool in de holster aan zijn riem. Hij regisseert een levensecht regiment soldaten, en alle andere deelnemers, met als enig doel om tenslotte de ring die aan Brünnhildes vinger is geschoven niet terug te geven aan Alberich maar deze zelf te houden. Siegfried had de ring aan Brünhilde gegeven als teken van zijn trouw aan haar en zij had Siegfried haar uit het Walhalla afkomstige paard geschonken. Maar doordat Hagen Siegfried een vergeteldrank laat drinken is hij zijn herkomst en verbinding met Brünnhilde vergeten. Hagen overtreft zijn vader in het kwaad en daarmee wordt voor de ingevoerde kijker duidelijk dat we hier niet met de zoon van het kwade te maken hebben maar met de veroorzaker van het kwade zelf, die als laatste tevoorschijn komt.
In het laatste bedrijf waren we getuige van Siegfrieds dood door Hagen. Siegfried is nog kwetsbaar op één plek, de plaats tussen zijn schouderbladen. Waar duidt dat op? Rudolf Steiner heeft erop gewezen dat de schouderbladen de plek zijn waar Christus het kruis droeg. De komst van Christus is nog nodig, de ontmoeting van de Christusimpuls uit Zuid-Europa met het bewustzijn van de Noorse mythologie, om de mens zover te brengen dat het kwaad van de Alberichs en Hagens hem niet meer kan raken en hij de weg terug naar de wereld van het licht, van het levende goud, kan gaan. Dan is de werking van de vergeteldrank opgeheven en kan de mens zich ook tijdens zijn aardeleven bewust gaan worden van de wereld van de goden.
In dit laatste deel van de opera was de stemming onheilspellend en de muziek af en toe heel hard en overweldigend. Wie deze opera gezien heeft snakt naar een lichtender vervolg. De vraag is of de mens daarvoor de gelegenheid krijgt. Die kans heeft Wagner wel aangeduid, maar heel omfloerst. Eigenlijk wordt dit pas uitgewerkt in zijn Parsifal opera. Maar hier heeft hij er in bedekte termen op gezinspeeld door de oorzaak van Siegfrieds dood en de terugkeer van de ring aan het slot naar de Rijnmeisjes.

De vragen

Tot slot kom ik terug op de aan het begin gestelde drie vragen.
Waar komt die titel van de operaserie vandaan? ‘Der Ring des Nibelungen’ blijkt te verwijzen naar de Noorse mythologie die nauw verwant is met de Germaanse sagen. Ook de namen van personages als Wotan, Siegfried en Brünnhilde wijzen hierop. Het woord ‘Nibelungen’ geeft nog een verdere aanwijzing naar de herkomst van deze sagen. Het land van de nevel is een aanduiding voor een periode in de evolutie die voor de tijd ligt waarover wetenschappelijk onderzoek van de menselijke culturen uitspraken kan doen. Het land van de nevels verwijst naar het volgens bepaalde overleveringen ondergegane Atlantis, dat gelegen moet hebben rondom de huidige Azoren tot aan Ierland en dat onder het water van de Atlantische Oceaan zou zijn verdwenen rond 10.000 voor Christus. Het Bijbelse verhaal van de zondvloed verwijst hier ook naar. Een kenmerk van de Atlantische tijd is dat de lucht altijd bezwangerd was van nevels en dat de mensen die daar leefden niet zoals wij de zon konden zien. De zon was altijd omfloerst totdat de lucht openbrak en voor het eerst ook het verschijnsel van de regenboog zich ging voordoen. De regenboog geeft daardoor een symbolische verbinding met de oude neveltijd. De Atlantiërs hadden meer een helderziend bewustzijn dan een wakker dagbewustzijn zoals wij. Zij waren daarom ook meer dan wij in staat om geestelijke wezens, die we met goden kunnen aanduiden, waar te nemen. Naarmate de nevels oplosten en hun dagbewustzijn sterker werd, verdween de omgang van de mensen met de godenwereld, resulterend in een ´Götterdämmerung´. Tegelijk krijgt de mens meer zelfbewustzijn, de vrijheid om zelf te denken en zich los te maken van de groep van de stam of de familie. De grote reis van de individualisering, en het avontuur voor de goden of deze mens wel de liefde zal vinden die hen later terug kan leiden naar de wereld van het licht, het nog levende goud, neemt een aanvang. De operaserie wil dus de oude voorgeschiedenis van de mens dichterbij brengen voor het grote publiek in de huidige tijd. Daarnaast is er het thema van de ring waarmee macht kan worden uitgeoefend. Gebruikt de mens zijn geestelijke vermogens om over anderen te heersen of als licht waarmee hij de anderen vanuit liefde kan verheffen? Deze morele vraag is alles bepalend, maar nog onbeslist aan het einde van de opera. De ring is weliswaar schoongewassen en ontdaan van zijn vloek, maar de nieuwe mens is dan nog niet opgestaan.
De tweede vraag luidde: Wie was Richard Wagner eigenlijk? Wagner (1813-1883) was vooral een muziekvernieuwer, maar was ook politiek actief, wat hem in de problemen bracht. Ook had hij voortdurend schulden. Na zijn participatie bij een mislukt oproer in mei 1849 in het kader van een grotere beweging om de Duitse vorstendommen samen te voegen en om te vormen tot een Duitse assemblee onder een koning op basis van een constitutie en verkiezingen van een parlement, moest Wagner uit Dresden vluchten naar Zürich waar hij negen jaar verbleef. In deze periode kwamen de eerste delen van de Ring tot stand. Hij werd sterk beïnvloed door Arthur Schopenhauer die de muziek boven het drama stelde, terwijl dit voordien andersom werd gezien. Hier genoot hij gastvrijheid bij Otto Wesendonck, zijdehandelaar, en zijn jonge vrouw Mathilde, die dichteres was. Wagner kreeg een verhouding met de mooie Mathilde en toen dit in 1858 werd ontdekt door zijn vrouw Minna leidde dit tot het einde van hun huwelijk. Wagner reisde naar Venetië en later Parijs tot zijn verbod om in Duitsland te verblijven in 1862 werd opgeheven. In 1864 nam zijn lot een dramatische gunstige wending nadat koning Ludwig II de troon van Beieren besteeg en hij Wagner naar München liet komen. De koning betaalde zijn schulden af en gaf hem opdracht om zijn opera’s op te voeren. De dirigent van de als eerste op te voeren opera was Hans von Bülow, wiens vrouw Cosima, dochter van Franz Liszt, in april 1865 een dochter het levenslicht deed zien. Deze dochter was echter niet van de dirigent maar van de 24 jaar oudere Wagner. Het schandaal dat hierdoor ontstond maakte dat koning Ludwig zich genoodzaakt zag Wagner uit München te laten vertrekken. Hij regelde voor het paar een villa bij het Meer van Luzern in Zwitserland. Nadat zij nog twee kinderen kregen vond hun huwelijk plaats in 1870. In 1871 verhuisde het paar naar Bayreuth waar Wagner een stuk land ter beschikking kreeg om zijn ideaal van een eigen operahuis te verwezenlijken. In 1876 was het Festspielhaus eindelijk gereed en werden hier voor het eerst Das Rheingold en de andere Ring opera’s opgevoerd. Daarna begon Wagner te werken aan zijn laatste opera ‘Parsifal’, die een opmerkelijk christelijk karakter meekreeg en als het nog ontbrekende sluitstuk van de Ring opera’s kan worden gezien. Toen ‘Parsifal’ in 1882 werd opgevoerd was Wagner ernstig ziek. In 1883 stierf hij tijdens een wintervakantie in Italië aan een hartaanval.
Tot in zijn laatste jaren schreef Wagner polemische stukken met een antisemitisch karakter, zoals ‘Das Judentum in der Musik’ (1850). Zijn antisemitisme zou volgens bijvoorbeeld Jonathan Carr in de hand gewerkt zijn door de schulden die hij voortdurend bij Joodse bankiers had uitstaan. Anderzijds had hij contacten met bijvoorbeeld de populaire Joodse operacomponist Giacomo Meyerbeer en had hij meerdere Joodse muzikale vrienden. Cosima was meer een jodenhaatster zoals later bleek uit haar dagboeken. Zij was het die, na Wagners dood, hem presenteerde op een manier die kon worden gebruikt door de latere ‘Blut und Boden’-aanhangers. Door deze ontwikkelingen ligt er een smet op het werk van de geniale Wagner.
Daarmee belanden we bij de derde vraag: Welke rol heeft deze reeks opera’s in de geschiedenis gespeeld? Die rol is sterk gekleurd door het enthousiasme waarmee Hitler en zijn trawanten, en met name Himmler, de opera’s van Wagner hebben omarmd. Hitler bezocht sinds 1923 regelmatig Beyreuth om de voorstellingen te bewonderen. Hij heeft bijvoorbeeld de Ring tientallen malen gezien. De Nazi’s hebben Wagner waar het hen uitkwam geciteerd in hun propaganda en hebben zijn muziek vaak bij Nazibijeenkomsten gepeeld. Hitler dwong zijn staf om naar de lange opera’s te luisteren. Door deze toe-eigening van zijn werk door de Nazi’s is Wagner’s erfenis beladen met een zwart randje.
Rudolf Steiner ziet Wagner als een groot kunstenaar die getracht heeft vanuit de Noorse mythen in de Ring de samenhangen van de wereld tot aan de komst van het Christendom voor de moderne tijd duidelijk te maken en de mens een alternatief voor te houden voor het zijn van een uitzichtloze fabrieksarbeider.

Literatuur

Er is een rijke literatuur over Wagner’s Ring verschenen. Toch durf ik te stellen dat de Ring niet naar waarde geschat kan worden zonder de esoterische wijsheid als ingang te gebruiken om deze te duiden. Wie daarin is geïnteresseerd kan ik onder meer de volgende literatuur aanbevelen:
-A. Anderson, The tragic crisis for Wotan in Wagner’s ‘Der Ring des Nibelungen’, what is its cause and final resolution?, zie www.rudolfsteinerstudies.com;
-R. Steiner, 21 oktober 1904, Die Siegfried-Sage, Dornach: Rudolf Steiner Nachlass Verwaltigung, GA 92, 82-92 (1936)
-R. Steiner, 28 maart, 5 en 12 mei 1905, Richard Wagner im Lichte der Geisteswissenschaft, GA 92, 93-130 (1936)

Maandag 11 juli 2016