Laat NRC wetenschap journalistiek één pagina per week aan holistische wetenschap wijden

Ik stuurde onderstaand commentaar op 11 december aan opinie@nrc.nl maar ontving niet eens een ontvangst bevestiging. Dat moet wel als een bevestiging van mijn stelling worden geziendat mijn eigen krant vooringenomen is in haar standpunt. Nu ik aan het einde van het jaar nog niets van hen heb vernomen publiceer ik het stukje maar zelf. Onderstaand volgt mijn ingezonden stuk.

Ik lees de NRC graag wegens de eigen nieuwsgaring, het brede scala aan onderwerpen dat de revue passeert en de internationale allure. Ook zijn er in de wetenschapsbijlage van de weekendkrant altijd wel interessante ontwikkelingen waar je als lezer attent op wordt gemaakt. De redacteur van de wetenschapskrant is Hendrik Spiering en ik begon in de krant van 3 december 2016 argeloos zijn redactionele stukje ‘Tollen in de ruimtetijd’ te lezen. Maar na de eerste zinnen enkele keren herlezen te hebben gingen mijn haren steeds meer overeind staan. Ik citeer:

‘Al eeuwenlang stelt de wetenschap ons zelfbeeld en ons wereldbeeld op de proef. En – op de creationistische achterhoede en wat holistisch denkende vaccinatiebespuwers na – is het voor de mensheid vrijwel altijd: buigen of barsten. Ons wereldbeeld wordt aangepast en de wetenschap marcheert verder.’
Hoe langer ik naar deze drie zinnetjes kijk hoe meer mij het gevoel bekruipt hier met dezelfde zelfgenoegzaamheid of misschien wel vooringenomenheid te maken te hebben als die van de voorspellers van verkiezingsuitslagen die op het moment suprême verrast worden door de werkelijkheid. Hun blik op de wereld is ook vooringenomen. Men draait in zijn eigen kringetje rond. Men ziet niet wat de eigen logica tegenspreekt omdat men de andere kant uitkijkt. Zoals NASA 10 jaar lang de eigen satellietwaarnemingen van het gat in de ozonlaag boven de Zuidpool als meetfout heeft afgedaan totdat een Britse onderzoeker die aantoonde met veel simpeler apparatuur.

Laten we naar de achterliggende vooronderstellingen in deze zinnen kijken. Stelling 1: De wetenschap stelt ons zelfbeeld en wereldbeeld op de proef. Hierin vallen drie begrippen op: ‘de wetenschap’, ‘ons’ en ‘mens en wereldbeeld’. Spiering bedoelt met ‘de wetenschap’ zonder twijfel de reductionistische natuurwetenschap, gezien ook het logo dat zijn tekst siert: een raderwerk met enkele daarmee verbonden mensen waarbij het niet duidelijk is of de mens aan de knoppen zit of de machine de hand van de mens gaat vermalen. De machine staat boven de mens.

nrc-20161210_212521

Maar er is meer wetenschap dan de wetenschap die de natuur louter als machine ziet en onderzoekt. Er is wetenschap die naar ‘mind-matter’ interacties kijkt, die in de gezondheidszorg het individu in plaats van de statistiek over grote groepen patiënten bestudeert, die de rol van bewustzijnsgroei naast de groei van intelligentie plaatst, etc. En wie bedoelt Spiering met ons? Ik behoor niet bij zijn ons. Wie zijn die ‘ons’? Dat is in ieder geval het groepje mensen waar hij zich verwant mee voelt en waarvan hij veronderstelt dat dit ook zijn NRC lezers zijn. Hij ligt wel een tipje van de sluier op wie er buiten zijn ons vallen. Volgens zijn stelling 2 zijn dat: de mensen die tot de ‘creationistische achterhoede en wat holistisch denkende vaccinatiebespuwers’ behoren. Haha, wat zijn wij van de voorhoede en overgrote meerderheid van reductionistisch denkende wetenschappers weer leuk! Maar is zijn reductionistische overtuiging niet evengoed een geloof? Misschien nog meer een geloof dan de gelovige die af en toe twijfelt aan de bedoelingen van zijn of haar goddelijke schepper? Kan Spiering nog een keertje bewijzen dat de natuur geen schepping is door hoger ontwikkelde wezens dan de mens? Zijn stelling 3 is: ons wereldbeeld wordt aangepast en de wetenschap marcheert verder. Mijn creationistische en holistische wereldbeeld wordt echter helemaal niet aangetast door de wetenschap, die tot nu toe helaas het antwoord op de belangrijkste vragen van het leven schuldig is gebleven: waar kom ik (en niet alleen mijn lichaam) vandaan en waar ga ik naar toe, kortom: wat is de zin van het leven? Als het schamele antwoord van de reductionistische voortmarcherende wetenschap zou zijn dat het leven een kwestie van dom toeval is en dat het leven geen zin heeft dan moet die wetenschap misschien er eens toe over gaan haar mechanisch marcherende legers stil te laten staan en de uitgangspunten voor het gehanteerde wereldbeeld bijstellen. Zoals Spiering zelf de Oude Grieken, en nog altijd het merendeel van de wereldbevolking dat in een schepping gelooft, citeert: de goden lachen ons uit. Of zouden ze zich zorgen om ons maken?

Ik daag NRC uit om eens per week, al is het maar één pagina van de krant, te wijden aan de grensverleggende bevindingen van de holistische wetenschap.

Hoe achter boze fee Maleficent Lilith schuilgaat die door Doornroosje kan worden genezen

Op 13 december 2016 was op SBS6 de uit 2014 stammende Disney film Maleficent te zien, een moderne bewerking van het sprookje van Doornroosje. Regisseur is Robert Stromberg. Angelina Joli speelt meesterlijk de hoofdrol van de boze fee Maleficent en Elle Fanning de rol van Doornroosje, hier Aurora geheten. Sharlo Copley speelt de boze koning Stephan, de vader van Aurora, die de heks Maleficent wil laten vermoorden.

maleficent-1

Het verhaal wordt verteld vanuit de boze fee. Zij is als meisje een vrolijke fee die beschermvrouw is van een woest en magisch natuurgebied, de Moors. Ze heeft twee hoorns en machtige vleugels. Zij wordt verliefd op een jongen, Stephan, die uit het mensenrijk op een dag in haar natuurrijk is verzeild geraakt. De koning van het mensenrijk wil het natuurgebied aan zijn grondgebied toevoegen en begint een oorlog. Maleficent, heftig strijdend met behulp van haar vleugels, magie en haar helpers, weet dat te verhinderen. De koning wordt ziek en belooft zijn troon en dochter aan de man die hem aan de overwinning op Maleficent weet te helpen. Stephan berekent daarop zijn kansen. Hij gaat op bezoek bij Maleficent die hem vertrouwt en weet haar te verdoven. In plaats van haar te doden ontneemt hij haar de vleugels die haar in de strijd zoveel macht hebben gegeven. Hij overtuigt met de afgesneden vleugels de koning, trouwt diens dochter en krijgt de troon. Maleficent verdedigt, nu zonder vleugels, met haar onderdanen de Moors en bouwt tenslotte een muur van doornentakken tussen beide landen om het magische gebied van de Moors veilig te stellen. Van het vrolijke jonge meisje verandert zij gaandeweg in de gehoornde zwarte heks die ontdaan is van alle menselijkheid die ze eerst had.

maleficient-3

Als de jonge koning Stephan een dochter krijgt, komt Maleficent ongevraagd op het ter ere hiervan gegeven feest en vervloekt hun dochtertje Aurora. Aurora zal op de dag na haar zestiende verjaardag sterven door haar vinger te prikken aan een spinnewiel.

Twee van drie elfen hebben op dat moment hun goede wensen al voor de baby uitgesproken, maar de derde nog niet. Zij verzacht de vloek door het sterven te veranderen in een eeuwigdurende slaap. De koning vraagt Maleficent om zijn dochter weer wakker te laten worden. Maleficent wil daarin alleen meegaan als de koning voor haar op zijn knieën gaat en haar daarom smeekt. Koning Stephan, wetend waartoe Maleficent in staat is, smeekt haar om haar vloek ongedaan te maken en ze maakt een uitzondering: het meisje mag gezond wakker worden als ze wordt gekust door iemand die haar waarlijk liefheeft. Daarbij leeft ze in de veronderstelling dat zo iemand niet bestaat. De koning laat alle spinnewielen in zijn land verbranden, laat zijn dochter Aurora opvoeden buiten het kasteel op een geheime plek door de drie elfen, die zich omtoveren in mensengedaanten, en stuurt zijn troepen af op Maleficent om haar te doden. Maar zijn soldaten kunnen haar niet bereiken, terwijl Maleficent wel een oogje in het zeil houdt hoe het met de opgroeiende Aurora gaat. Ze laat haar in de Moors komen en met haar spontane vrolijkheid weet ze tenslotte het verkilde hart van Maleficent te ontdooien waarna deze haar vloek ongedaan wil maken. Maar dat kan niet als de voorwaarde die ze genoemd heeft niet wordt vervuld. Vlak voor haar zestiende verjaardag ontmoet Aurora een jonge prins, Philip, die op weg is naar het koninkrijk van haar vader. Maleficent en haar helper, de zwarte raaf Diaval die in alles wat ze wil omgetoverd kan worden, komen tot het inzicht dat de prins de redding van Aurora kan worden als hij haar uit echte liefde kust. Maar Aurora heeft inmiddels ontdekt wat haar lot is, wie Maleficent werkelijk is, dat de koning haar vader is en eenmaal op het kasteel wordt ze onafwendbaar getrokken door een restant van een oud spinnewiel in het paleis. Ze prikt zich en nog voor Maleficent op het kasteel arriveert is het kwaad al geschied. Aurora is in een diepe slaap gevallen. De drie elfen proberen haar weer wakker te krijgen door de verbouwereerde jonge prins de slapende Aurora te laten kussen, maar het heeft geen resultaat. Dan komt Maleficent bij haar op bezoek en haar hart smelt van verdriet. Zij kust Aurora teder op het voorhoofd en wil dan vol spijt en wroeging het vertrek verlaten. Maar nu ontwaakt Aurora wel. Maleficent moest zelf tot echte liefde komen om Aurora tot leven te wekken. De koning wil alsnog Maleficent vermoorden. Aurora ontdekt echter in een kast de vleugels van Maleficent die deze terugkrijgt en ze met volle kracht het gevecht met de koning kan aangaan. Deze stort van de hoogte van het kasteel in een ravijn en sterft. Aurora trouwt met Philip en zij gaan samen als koning en koningin heersen over de twee verenigde rijken met Maleficent als beschermvrouw. Eind goed, al goed.
Mooie film. Zelf vind ik zulke modern vertelde oude sprookjes fascinerend. Het lijkt de enige weg waarlangs oude wijsheden nog aan de huidige gedigitaliseerde mens kunnen worden overgebracht. Maar dan is het wel belangrijk om de wortels van deze Disney karakters te vinden. We kunnen nu al enkele hoofdthema’s onderscheiden om daarna op zoek te gaan naar de achtergronden hiervan. Zulke thema’s zijn:
• het menselijke koninkrijk met zijn koning en legers, tegenover het rijk van de wilde natuur, met de magische beschermvrouw, de gevleugelde en gehoornde fee, en haar helpers;
• de drie feeën die het jonge meisje opvoeden;
• het corrumperen van de jonge man door het uitzicht op macht; het verraad dat hij naar de natuurbeschermster pleegt waardoor het kwaad ook de jonge Maleficent in zijn greep krijgt en dat later, via haar, naar de koning terugkeert;
• de doornenhaag om het natuurrijk te beschermen;
• de slaap waarin het jonge meisje verzinkt na te zijn geprikt door een punt aan het spinnenwiel;
• de kus om het meisje uit haar slaap te wekken;
• de genezing door de onschuld en oprechte liefde van Aurora en daarmee het samenkomen van de twee rijken.

doornroosje-disney
Disney’s animatiefilm Doornroosje uit 1959

De film Maleficent wordt aangekondigd als een remake van de kaskraker Doornroosje (Sleeping Beauty) van Disney uit 1959. De makers hebben uit oude mythes en overleveringen geput bij de omvorming van het verhaal van Doornroosje in dat van Maleficent in 2014. Nu zijn er van het sprookje Doornroosje veel versies in omloop. Disney heeft voor zijn animatiefilm de versie La Belle au bois dormant van de 17e eeuwse Franse schrijver Charles Perrault gebruikt.

De film uit 1959 kent enkele belangrijke verschillen met die over Maleficent. Kort samengevat verloopt het verhaal in de film Doornroosje als volgt. Het speelt zich af in een 14e eeuws koninkrijk. Koning Stefan en zijn vrouw regeren al vele jaren over dit koninkrijk maar hebben nog steeds geen troonopvolger. De vreugde in het land is dan ook groot als hun dochtertje Aurora geboren wordt. Er wordt een enorm feest gehouden. Ook aanwezig op dit feest is Hugo, de koning van het buurland. Zijn zoon, Filip, wordt uitgehuwelijkt aan Aurora zodat hun twee koninkrijken ooit één groot rijk zullen worden. Aurora wordt tevens bezocht door drie goede feeën, die haar elk een speciale gave willen schenken. Zodoende krijgt Aurora twee bijzondere gaven: ten eerste die van de schoonheid, ten tweede het vermogen om prachtig te kunnen zingen. Dan komt onverwacht de boze fee Malafide, die in de verboden bergen woont, binnen.

doornroosje-disney-1959

Kwaad, omdat ze niet was uitgenodigd op het feest, spreekt ze een vloek uit over Aurora: op haar zestiende verjaardag zal ze sterven wanneer ze zich prikt aan de spoel van een spinnewiel. Deze vloek kan niet door iemand anders worden opgeheven. De derde goede fee, maakt met haar magie de vloek milder: in plaats van te sterven zal Aurora in een diepe slaap belanden en weer gewekt kunnen worden door een echte liefdeskus. Stefan laat alle spinnewielen in het land verbranden. De feeën duiken met Aurora onder in een huisje in het bos. Het plan lijkt te slagen, want tot de dag van Aurora’s zestiende verjaardag vindt Malafide haar niet. De feeën geven Aurora de schuilnaam Doornroosje. Op de dag dat de feeën eindelijk zullen onthullen wie ze werkelijk is, ontmoet Aurora prins Filip. Geen van beiden weet wie de ander werkelijk is, maar ze worden op slag verliefd. Die avond onthullen de feeën de waarheid aan Aurora en brengen haar terug naar het kasteel. Aurora is diep teleurgesteld als ze verneemt dat bij haar geboorte al is bepaald met wie ze zal trouwen, onwetend dat het gaat om dezelfde persoon als degene op wie ze verliefd is geworden. Prins Filip verkeert in dezelfde situatie. Buiten hun weten om heeft Malafides raaf het gesprek gehoord. Malafide gaat ook naar het kasteel en op de valreep laat ze de vloek toch nog uitkomen, door de nieuwsgierige Aurora naar een spinnewiel te lokken. De feeën beseffen dat de man die Aurora in het bos had ontmoet prins Filip is, en dat hij de vloek kan verbreken omdat hij haar ware liefde is. Ze laten alle mensen in het kasteel in slaap vallen, zodat niemand iets zal merken en haasten zich terug naar het huisje omdat Aurora daar met Filip had afgesproken. Malafide is hen echter voor en laat de prins gevangennemen. Ze vertelt hem alles en komt met een nieuw plan; ze zal Philip net zo lang gevangen houden tot hij een stokoude man is, en hem dan Aurora als die tegen die tijd ontwaakt nog eens laten ontmoeten. De feeën gaan met gevaar voor eigen leven naar de verboden bergen en bevrijden de prins. Wanneer Malafide Filips ontsnapping opmerkt, probeert ze hem op elke mogelijke manier tegen te houden. Eerst legt ze een enorme haag van doornstruiken rond het kasteel, en daarna verandert ze zichzelf in een draak om de prins eigenhandig te bevechten. Filip slaagt er met hulp van de feeën, die hem een betoverd zwaard toesturen, echter in haar te doden. Daarna haast Filip zich het kasteel in en kust Aurora. De vloek wordt verbroken en iedereen in het kasteel wordt weer wakker.
We zien in dit verhaal een andere inkleuring van de rol van Malafide. Ze is een boze heks vanaf het begin, ze neemt de vorm aan van een draak en wordt door de jonge prins Philip gedood.

Doornroosje volgens de gebroeders Grimm

De in Nederland meest bekende versie van het verhaal is opgetekend door de gebroeders Grimm, dat enkele wijzigingen ten opzichte van het oudere verhaal van Perrault, waarover later meer, laat zien. Jacob en Wilhelm Grimm gaven het verhaal in 1812 uit als Dornröschen in hun Kinder- und Hausmärchen. De naam Doornroosje is door hen geïntroduceerd. Een koning en koningin verlangen al heel lang naar een kindje. Als de koningin zich baadt, kruipt er een kikker uit het water en zegt: als het jaar voorbij is, zul je een dochter ter wereld brengen. Inderdaad bevalt de koningin na een jaar van een meisje en de koning organiseert een groot feest. Behalve familie, vrienden en kennissen nodigt hij ook de wijze vrouwen uit, zodat zij het kind een goed hart zullen toedragen. Er zijn dertien wijze vrouwen in het rijk, maar de koning heeft slechts twaalf gouden borden en hij besluit daarom één vrouw niet uit te nodigen. Na het feest schenken de wijze vrouwen het kind wondergaven, zoals deugd, schoonheid en rijkdom. Elf wijze vrouwen hebben hun wondergave al gegeven, maar dan komt plots de dertiende binnen. Ze is boos omdat ze niet is uitgenodigd, en neemt wraak. Ze voorspelt dat de koningsdochter zich zal prikken aan een spintol als ze vijftien jaar is, en dat zij daardoor zal sterven. De twaalfde wijze vrouw kan deze vervloeking niet opheffen, maar kan deze wel verzachten. De prinses zal niet sterven, maar honderd jaar slapen. De koning wil de vloek voorkomen en laat alle spintollen in het hele koninkrijk verbranden. De goede wensen van de wijze vrouwen komen allemaal uit. Het meisje is mooi, ingetogen, vriendelijk en verstandig en iedereen houdt van haar. Als ze vijftien wordt, zijn haar ouders niet thuis. Ze loopt door het kasteel en klimt in de oude toren. In de torenkamer ziet ze een oude vrouw met een spintol die vlas zit te spinnen. De prinses weet niet wat een spintol is, en als ze hem wil pakken prikt ze zich. Ze valt op een bed en komt in een diepe slaap. Iedereen in het kasteel treft hetzelfde lot, ook de dieren. Zelfs het vuur beweegt niet meer in de haard en het vlees houdt op met pruttelen. De kok, die net het koksmaatje een klap wilde geven, de hofhouding en de koning en koningin vallen in slaap als de wind gaat liggen. Rond het kasteel gaat een doornhaag groeien en op een gegeven moment is het kasteel niet langer te zien. In het land ontstaat een gerucht over het mooie slapende Doornroosje en vele koningszonen proberen door de haag heen te dringen. Dit lukt hen niet. Op een dag komt een koningszoon die al van zijn grootvader hoorde over Doornroosje. Hij weet dat velen die hem voorgingen zijn gestorven, maar wil toch een poging wagen. De honderd jaar uit de wens van de twaalfde wijze vrouw zijn inmiddels verstreken en als de koningszoon bij de doornhaag komt, ziet hij enkel mooie bloemen. De bloemen wijken uiteen als hij loopt en sluiten zich weer achter hem. De koningszoon ziet iedereen in diepe slaap in het kasteel en komt in de toren.

scone-slaapster-rheam
De schone slaapster,1899, door Henry Meynell Rheam

Hij ziet Doornroosje op het bed in de torenkamer en kust haar omdat ze zo mooi is. Als zijn lippen haar raken, ontwaakt ze. Ieder mens en dier in het kasteel ontwaakt als ze samen de trap afdalen en allen gaan door met wat ze honderd jaar geleden deden. Het paar trouwt en het huwelijk wordt groots gevierd. Ze leven vrolijk en blij voor de rest van hun leven.

Perrault’s Schone slaapster

Al hebben de makers van de film Maleficent vermoedelijk uit veel oudere bronnen geput voor hun versie van het verhaal dan alleen de versie van Perrault, dit sprooje zelf moet eerst verteld worden. Het sprookje La belle au bois dormant in Contes de Ma Mère l’Oye publiceerde de Franse hofschrijver Charles Perrault in 1697 en gaat als volgt (http://www.meertens.knaw.nl/medewerkers/theo.meder/sprookje/doornroosje.html). Als er in het koninkrijk eindelijk een prinsesje geboren is wordt er een groot feest gegeven. Zeven feeën worden hierbij uitgenodigd als petemoei. Zij ontvangen een prachtig gouden etui met gouden bestek erin. Dan verschijnt er als achtste een heel oude fee, die allang dood gewaand werd. De koning zorgt er weliswaar snel voor dat zij ook deel mag nemen aan de feestmaaltijd, maar een mooie etui zit er niet meer in, en de oude fee is kwaad dat ze over het hoofd is gezien. Wanneer de feeën hun doopgaven uitspreken over de baby komt de oude fee als een na laatste aan de beurt: als het prinsesje zestien is zal ze zich prikken aan de spoel van een spinnewiel en sterven. Eén jonge fee voorzag echter de woede van de oude fee en spreekt snel de bezwering uit dat de prinses honderd jaar zal slapen waarna een prins haar met een liefdeskus zal wekken. Ondanks de waakzaamheid van de koning prikt de prinses zich toch op haar zestiende verjaardag waardoor ze in slaap valt. Na door een dwerg met zevenmijlslaarzen gewaarschuwd te zijn tovert de goede fee de hele hofhouding mee in slaap, zodat de prinses nog iets vertrouwds zal hebben als ze ontwaakt.

schone-slaapster-meertens
De schone slaapster, bron http://www.meertens.knaw.nl/medewerkers/theo.meder/sprookje/doornroosje.html

Zodra de koning en koningin – die niet in slaap gevallen zijn – vertrokken zijn, groeit er een woud om het kasteel heen. Pas na honderd jaar slaagt de zoon van de koning die toen regeerde om het kasteel te bereiken. Alleen door de nabijheid van de prins (dus zonder kus) ontwaken de prinses en haar hofhouding. Ze trouwen en ze krijgen twee kinderen. Kort daarop volgt hij zijn vader op als koning. De ellende is echter nog niet voorbij, daar zijn moeder menseneter is. Wanneer hij tijdens een lange reis de regering aan zijn moeder overlaat, wil deze één voor één de kinderen van het jonge paar en uiteindelijk de koningin zelf voorgeschoteld krijgen. Een poging om haar te bedriegen mag niet helpen, en uiteindelijk kan enkel de onverwachte terugkomst van de jonge koning het gezin nog redden.

Basile’s Talia

De versie van Perrault gaat terug op een Italiaans verhaal Sole, Luna e Talia uit de Pentamerone van Giambattista Basile uit 1636. De versie van de Pentamerone is echter sterk verschillend. Als het meisje Talia wordt geboren, voorspellen waarzeggers haar vader dat de prik van een vlasnaald groot gevaar zal opleveren. Haar vader laat alle vlas- en hennepplanten uit de omgeving verwijderen, maar als Talia is opgegroeid, treft ze op een dag toch een spinnend vrouwtje aan. Een vlasnaald schiet onder haar nagel en ze valt als dood neer. Haar vader zet haar op een gemakkelijke zetel; het kasteel wordt verlaten en afgesloten. Op een dag komt er een jagende koning voorbij. Zijn valk vliegt door een open raam het kasteel binnen. De koning klimt het kasteel in, legt de slapende Talia op bed en verkracht haar. Nog altijd in toverslaap bevalt Talia na negen maanden van een tweeling. Twee feeën leggen de kinderen aan de borst van de slapende moeder. Op een dag zuigt een van de kinderen niet aan de borst maar aan de vinger van Talia: de vlasnaald schiet los en Talia ontwaakt. Later maakt de koning kennis met de ontwaakte Talia en zijn twee kinderen, die hij Zon en Maan noemt. De koning is echter al getrouwd en zijn jaloerse echtgenote komt achter de affaire. Ze wil de kinderen laten slachten en als maaltijd aan de koning voorzetten. De kok die daartoe opdracht krijgt kan dat niet over zijn hart verkrijgen. In plaats van de kinderen bereidt hij twee geitjes. Dan laat de wrede koningin Talia zelf ontbieden aan het hof, met de bedoeling om haar in het vuur te werpen. De koning komt echter net op tijd tussenbeide. De boze koningin wordt zelf in het vuur geworpen, de kok wordt beloond en de koning trouwt met Talia, en samen met de twee kinderen leefden ze nog lang en gelukkig.

Het verhaal van Troylus en Zellandine

De oudste literaire versie van het sprookje staat in de Franse ridderroman Perceforest uit 1340 met als titel Histoire de Troïlus et de Zellandine. De godin Themis is een van uitgenodigde godinnen op het geboortefeest van Zellandine. Themis is in de Griekse mythologie een dochter van Uranus en Gaia. Ze gold als de moeder van de Horae (seizoenen) en de Moiren (schikgodinnen). Themis wordt boos omdat er geen mes voor haar op de tafel ligt en ze spreekt de vloek uit dat Zellandine zich aan een vlasnaald zal prikken en vervolgens zal sterven. Een andere uitgenodigde godin, Venus, verzacht deze vloek: Zellandine zal niet sterven, maar zij zal slapen totdat iemand de vlasnaald uit haar vinger zuigt. De vervloeking komt uit en Zellandine valt in slaap. Later komt een held – Troylus – bij het kasteel met de slapende prinses. Hij vrijt met haar. De prinses raakt zwanger en bevalt van een jongetje. Als dit kind de naald uit haar vinger zuigt, ontwaakt Zellandine, aldus een samenvatting.
Wie de tekst zelf te lezen krijgt komt heel wat meer interessante middeleeuwse details te weten. Ik volg daartoe een artikel van Danièle Cybulskie (The Medieval Sleeping Beauty, MEDEVIALISTS.NET, 18 juni 2015) dat gebaseerd is op een vertaling van Nigel Bryant (Perceforest: The Prehistory of King Arthur’s Britain, March 17, 2011). Het klassieke beeld van de moedige prins die het kwaad bestrijdt en tenslotte de slapende prinses kuis wakker kust wordt in dit middeleeuwse verhaal ontmaskerd, aldus Cybulskie.

perceforest
Perceforest, vertaling van Nigel Bryant uit 2011

Zellandine is een mooie prinses uit onze provincie Zeeland die verliefd is op de ridder Troylus uit Royalville Schotland. Op een dag hoort Troylus dat Zellandine op vreemde wijze in slaap is gevallen terwijl ze aan het spinnen was en sindsdien niet meer wakker is geworden. Troylus haast zich naar Zeeland om haar te redden en gaat naar een tempel van drie godinnen: Venus, Lucina (godin van de bevalling) en Themis (godin van het lot). Troylus bidt tot Venus hoe hij Zellandine kan wekken en krijgt als antwoord: “wanneer gij plukt van de gleuf / het fruit dat de remedie in zich draagt / zal het meisje worden genezen”. Het is Troylus nog niet duidelijk wat hem te doen staat maar hij wordt door de ongeduldige Venus op pad gestuurd. Wanneer Troylus de hoge toren waar Zellandine ligt te slapen bereikt, verschijnt een mysterieuze boodschapper die Troylus vertelt dat hij de aanwijzingen van de godin Venus moet volgen, waarop hij hem op magische wijze opheft tot boven in de enorm hoge toren en hem belooft om middernacht terug te keren. Troylus klimt door het raam naar binnen en vindt daar de mooie naakte Zellandine, slapend op een prachtig bed. Hij leunt voorover en vraagt haar permissie om haar te kussen en herinnert zich dan de woorden ‘dat geen man de privacy van een meisje mag binnendringen zonder haar verlof, en hij haar zeker niet mag aanraken terwijl ze slaapt’. Troylus aarzelt, maar vervolgens herinnert hij zich ook dat kussen een genezende kracht heeft en hij kust haar toch. Zellandine wordt niet wakker. Troylus raakt gefrustreerd, en beklaagt zich bij Venus dat zij hem niet goed heeft uitgelegd wat te doen. Venus op haar beurt scheldt Troylus uit omdat hij haar eerdere tips niet heeft opgepakt: ‘Je bent helemaal alleen met dit mooie meisje, degene die je boven alle anderen lief hebt, en je bedrijft de liefde niet met haar!’ Troylus aarzelt opnieuw, wat Venus alleen maar kwader maakt zodat hij alsnog Zellandine ontmaagt terwijl ze slaapt. Zellandine wordt nog steeds niet wakker en op dat moment verschijnt de boodschapper opnieuw en maant hem om haast te maken voordat hij wordt ontdekt. Snel verruilt Troylus hun ringen die zij lang geleden hadden uitgewisseld en volgt de boodschapper die zich heeft veranderd in een vogel die hem wegbrengt. Negen maanden later wordt door de nog steeds slapende Zellandine een mannelijke baby op de wereld gezet die zoekend naar de borst van zijn moeder in plaats daarvan aan haar vinger zuigt. Onmiddellijk ontwaakt Zellandine en haar tante legt haar uit dat, nadat Zellandine was geboren, ze een feest had gegeven voor Venus, Lucina en Themis in de tempel. Themis was daarbij woedend geworden omdat ze geen mes had gekregen om mee te eten en had Zellandine vervloekt zodat ‘uit de eerste draad van linnen die ze spint met haar spinrok een naald haar vinger zal doorboren en haar in een plotselinge slaap zal brengen, waaruit ze niet meer wakker zal worden totdat die er uit wordt gezogen’. Het plan van Venus heeft Zellandine tenslotte gered, zij het via een omweg. Uiteindelijk trouwen Zellandine en Troylus. Maar Zellandine treurt over het feit dat ze is verkracht, zelfs al houdt ze van haar man. Hun baby, Benuic, wordt kort nadat hij zijn moeder heeft gewekt gestolen door een half-vrouw-half-vogel wezen. Hij wordt een moedige ridder, die grote daden verricht. Een daarvan is dat hij als nageslacht koning Ban voortbrengt, die de vader zou worden van de illustere Sir Lancelot. En daarmee zijn we nog veel verder terug in de tijd.
In dit oudste gedocumenteerde ‘Schone slaapster’ verhaal komen weer bekende elementen naar voren:
• Het ingrijpen vanuit de magische wereld in de menselijke wereld
• Een boos geestelijk wezen dat beledigd wordt door het vervallen van de menselijke manierenen en dan een vloek uitspreekt
• Drie vrouwelijke wezens in de magische wereld
• De scheiding tussen beide werelden door doornen of hier de splinter
• De slapende prinses als gevolg van een splinter bij het spinnen
• Een proef die de jonge ridder moet volbrengen voordat beide werelden bij elkaar kunnen komen
• De kus uitmondend in de seksuele vereniging

Op zoek naar een nog diepere oorsprong

De echte oorsprong van het sprookje wordt door sommigen gezocht in de Oud-germaanse Siegfriedsage waarin de Walküre Sigfrida (Brunnhilde in Wagners Siegfried opera) door de god Odin in slaap wordt gestoken met een slaapdoorn en wordt verbannen naar de aarde, slapend liggend op een berg omringd door vuur. De held Siegfried wekt haar weer tot leven nadat hij door de muur van vlammen is getrokken om haar te bereiken. De drie engelen of feeën die het lot van Doornroosje verzachten zijn in de Noorse mythologie te vergelijken met de drie nornen, de schikgodinnen die het lot van de mensen spinnen in de tijd. Ze staan voor verleden, heden en toekomst. Het spinnen als symbool van de tijd, komt in de latere versies van het sprookje terug in het spinnewiel, een uitvinding uit de 12e eeuw.
We zien dat sommige thema’s later enorm zijn uitvergroot, zoals de doornen, en andere sterk naar de achtergrond zijn gedrongen, zoals de seksuele daad tijdens de slaap van het meisje. De sprookjes werden in de loop van de tijd ontdaan van expliciete seksuele elementen om ze kindvriendelijker en voor een groter publiek geschikt te maken. We kunnen constateren dat zowel met Doornroosje als met degene die haar in slaap laat vallen (of dit nu Odin is -die daartoe door zijn jaloerse echtgenote wordt aangezet- of Themis of de boze fee Malafide) een sterke seksuele drijfveer is verbonden, die we meer in de magische dan in de menselijke wereld moeten plaatsen. In latere versies dan die van Basile ontbreken steeds meer de bovennatuurlijke figuren. Maar deze wezens keren volop terug in de recente Disney film Maleficent. Zijn daarbij nog dieper in onze cultuur gelegen bronnen gebruikt? Immers in de voorgenoemde sprookjes is alle aandacht op de schone slaapster gericht maar in Maleficent is het de boze fee of oude vrouw die in een ander, tevens vriendelijker, daglicht wordt geplaatst dan bij de middeleeuwse sprookjes en de steeds meer gekuisde versies daarvan. Zijn daarvoor concrete aanleidingen te vinden?
Onvermijdelijk komen we bij het zoeken naar een antwoord op deze vragen terecht bij de mythologische figuur van Lilith, die de eerste vrouw Adam van zou zijn, voordat hij Eva, zijn tweede vrouw kreeg. Hoe zat dat? Wat is de bron hiervoor? In de bijbel is er weinig over te vinden, of toch wel? Wat was het verschil tussen deze twee vrouwen? En wat zijn de paralellen met de personages in Maleficent?

Lilith in de Joodse literatuur en de Bijbel

Om meer over Lilith te weten te komen moeten we onze blik wenden naar de oude Sumerische en Babylonische godenwereld. (http://anthrowiki.at/Lilith) Ook in de Joodse overleveringen zijn uitspraken over Lilith te vinden doordat zij van deze godin kennisnamen tijdens hun ballingschap in Babylonië (586-538 v Chr). (https://mrpsmythopedia.wikispaces.com/Lilith; http://witcombe.sbc.edu/eve-women/7evelilith.html).
Laten we eerst kijken naar een van de Joodse vertellingen zoals beschreven in de Babylonische Talmoed. (B.L. Parsons, 2016, Lilith, (https://mrpsmythopedia.wikispaces.com/Lilith). Er zijn overigens meerdere varianten over de rol van Lilith in omloop (http://anthrowiki.at/Lilith). Een belangrijke bron is de Sefer ha-Zohar (The Book of Splendour) van de Spanjaard Moses de Leon (c. 1240-1305).
Enige tijd nadat God de de eerste mens, Adam, maakte uit het stof van de aarde, besloot hij om voor Adam een metgezellin te maken, die in alles, behalve haar uiterlijke kenmerken, zijn gelijke was. Toen het zover kwam dat zij met elkaar de liefde wilden bedrijven ontstonden er serieuze problemen. Elk wilde de dominante partner zijn in de relatie. Lilith weigerde om tijdens de seksuele daad altijd onderop te moeten liggen. Adam redeneerde dat hij de man was en dus haar meester, maar daar wilde Lilith niets van weten. Zij argumenteerde dat ieder van hen uit het zelfde aardestof was gemaakt en ze daarom in elk opzicht elkaars gelijke waren. Hun menigsverschil nam steeds grotere proporties aan en op een dag nam Lilith de benen en vertrok uit het paradijs. Adam vertelde tegen God dat Lilith er van door was en dat hij moest ingrijpen. Daarop zond God drie engelen, Sanvi, Sansanvi and Semangelaf, om haar op te sporen en terug te brengen naar Adam.

lilith-collier
Lilith, John Collier, 1887, The Atkinson Art Gallery, Southport, England

Na een zoektocht vonden de drie engelen haar in een grot en drongen bij haar erop aan om het met Adam goed te maken en naar hem terug te keren. Maar ze weigerde ronduit. Toen het gesprek steeds hoger opliep riep Lilith uit dat ze niet terug ging ook al zou God haar martelen en straffen (en ze noemde daarbij zijn Heilige Naam die haar macht gaf om vleugels te eisen). God besloot dat als ze dan gestraft wilde worden hij haar wens uit zou laten komen. Hij vormde haar om tot een duister en tegelijk machtig wezen, nog altijd immens mooi om te zien. Overigens had Lilith een ander lot dan Adam en Eva omdat ze niet van de boom van kennis van goed en kwaad had gegeten.

val-adam-en-eva
Verleiding en val van Adam en Eva, Michaelangelo, Lilith als mengwezen van vrouw en slang reikt Eva de appel; detail uit schilderij in de Sixtijnse kapel, Rome.

Haar kinderen, waarvan er in de woestijn waar zij verbleef honderd per dag geboren werden en die het kwaad op aarde zouden verbreiden, liet God voor straf doden door de drie engelen. Lilith nam wraak door eveneens honderd menselijke babies per dag op te eten. Maar als de kinderen een amulet om hun nek droegen met daarop de naam van een van de drie engelen, zou ze hen geen kwaad kunnen doen. De Joden hebben Lilith dus niet hoog zitten en zien haar als een groot gevaar. Niet aleen zou zij babies doden, ook werd haar toegschreven als verleidelijke geest met slapende mannen gemeenschap te hebben waardoor mannen in hun slaap ejaculeren. Recente feministen verheffen Lilith graag tot hun voorbeeld gezien haar verzet tegen mannelijke dominantie.
In de bijbel zijn er voor de goede verstaander meerdere verwijzingen naar Lilith. Zo zijn er in Genesis twee scheppingsverhalen beschreven. Het eerste zou betrekking hebben op Lilith en het tweede op Eva. Verder komt Lilith in sommige vertalingen expliciet naar voren in het boek Jesaja dat in een profetische rede de verwoesting van Edom schildert. Op de ruïnes huizen dieren en andere wezens waaronder Lilith. Jesaja 34:14: ‘En de wilde dieren van de woestijn zullen de wilde dieren van de eilanden daar ontmoeten, en de duivel zal zijn metgezel toeroepen; ook zal het nachtgedierte (andere naam in Statenbijbel vertaling voor Lilith; ook wordt wel de naam nachtzwaluw gebruikt) zich daar nederzetten, en het zal een rustplaats voor zich vinden.’
De latere Joodse traditie brengt Lilith ook in verband met koning Salomo en met de demonenvorst Asmodeus. Zo zou zij de legendarische koningin van Saba zijn die ten tijde van de bouw van de tempel Salomo bezocht. Ook zouden de twee vrouwen die Salomo om een oordeel vroegen over de toewijzing van het pasgeboren kind, Lilith en haar dochter Na‘ama zijn geweest.
De naam Lilith betekent in het Hebreeuws ‘nachtwezen’, wat al veel zegt. De Joodse afkeer van haar heeft door de eeuwen heen ook invloed gehad op de christelijke visie op dit wezen en geleid tot het interpreteren van haar rol als echtgenote van de satan (Samael) en het steeds meer onvermeld laten van dit wezen.

Lilith in de Soemerisch-Babylonische cultuur

Een nog oudere bron waarin Lilith wordt genoemd is zoals gezegd afkomstig uit het Soemerisch-Babylonische rijk (18e tot 6e eeuw voor Christus). In het Gilgamesh epos (ca. 2100 vChr.) komen sporen voor van ‘lillu’ of ‘lilitu’. De naam staat voor nachtelijke windwezens die de natuur infecteerden en ziektes verspreidden. Lilith werd hier gezien als een bij de schepping van de wereld aanwezige godheid (godin van de wind op grote hoogte) die wegens haar boosaardigheid uit de paradijstuin van Inanna werd verdreven. Daarna wordt ze gezien als een vrouwelijk mengwezen en meestal met vleugels afgebeeld. Onderstaand heeft de afgebeelde godin, die mogelijk Lilith is, een vierhoornige kroon.

lilith-babylon
Mogelijke afbeelding van Lilith (koningin van de nacht) of van Ereshkigal, dochter van Inanna , Babylonian terra-cotta reliëf vermoedelijk afkomstig uit Ur, ca. 2000 vChr. (Collectie van Colonel James Colville)

In de astrologie wordt Lilith aangeduid als de ‘zwarte Maan’ en gelijkgesteld met het tweede brandpunt van de elliptische baan die de maan beschrijft (het eerste brandpunt is de aarde). Zij is daarmee de donkere (niet fysiek bestaande) tweeling van de maan. Volgens Joëlle de Gravelaine (Lilith und das Loslassen,in Astrologie Heute, Nr. 23, 2006) beschrijft deze ‘planeet’ onze verhouding tot het Absolute, tot het offer, maar ook tot het loslaten.

Lilith in Goethes Faust

Tenslotte is interessant kennis te nemen van de interpretatie die Rudolf Steiner geeft aan een ervaring van Faust in de Walpurgisnacht die Goethe (1832) heeft beschreven. Steiner bevestigt dat Lilith volgens de sagen Adams eerste vrouw is en, voegt hij eraan toe, de moeder van Lucifer. Mefisto beschikt ook over luciferische kunsten en brengt Faust ertoe in half bewustzijn samen met hem een heksendans uit te voeren, hij met een oude heks en Faust met een verleidelijke jonge heks. Faust wil na afloop van deze ervaring van Mephisto weten wat dit was. Mephisto antwoordt hem dat dit Lilith was, Adams eerste vrouw. ‘Neem je in acht voor haar mooie haren, voor haar sieraden waarmee ze pronkt. Als ze daarmee de jonge man voor zich weet te winnen, laat ze hem niet meer los.’ Goethe schildert haar ook af als een gedemoniseerde geliefde die mannen verleidt en nieuwgeborenen doodt. Maar Rudolf Steiner (Das Faust-Problem, Die romantische und die klassische Walpurgisnacht, GA 273, p. 52) werpt in zijn toelichting een ander, verduidelijkend, licht op de zaak.
Door Mefisto’s verleiding van Faust in de Walpurgisnacht wordt het systeem van levenskrachten (in antroposofische kring etherlichaam genoemd) enigszins losgemaakt van zijn fysieke lichaam. Omdat de man een vrouwelijk etherlicham heeft (en de vrouw een mannelijk etherlichaam) ziet Faust zijn eigen etherlichaam als vrouwelijke gestalte verschijnen, de gestalte van Lilith. Dit verklaart ook dat het vooral de mannen zijn die een angst voor Lilith hebben, omdat het een aspect van henzelf is dat sterk verbonden is met hun seksuele verlangens, waar zij zich niet door willen laten domineren maar die hen tegelijk sterk in hun greep hebben. Het dragen van sluiers door de islamitische vrouw is hier ook mee verbonden. Het Lilith aspect in hen moet onderdrukt worden opdat de man niet met de Lilith in zichzelf wordt geconfronteerd. Maar, o wee als de dag komt dat Lilith terugslaat.

Kortom, in de figuur van Maleficent hebben we te maken met een herverbinding van het sprookje van Doornroosje met de oeroude kennis van Lilith en een scheppingsaspect dat in de geestelijke oerconditie van het mannelijke menselijke wezen is verankerd, namelijk de werkzaamheid van zijn etherlichaam in de groei- en seksuele voortplanting processen. Uiteindelijk is het daarmee eenvoudiger dan gedacht. Dat wat binnen in de mens twee werelden zijn, het fysieke en het etherlichaam, is in de film Maleficent in de ruimte buiten de mens als twee gebieden afgeschilderd, het mensenrijk en het natuurrijk van de feeën, de Moors. Als de man de Maleficent in zichzelf eert, heeft hij zelf ook groeiperspectief, maar anders wordt zijn toekomst afgesneden. En als de vrouw de man in zich bevrijdt, is de strijd van het feminisme voltooid. Doornroosje en de jonge prins zijn de twee prototypen van het opheffen van de scheiding tussen beide werelden.

Donderdag 22 december 2016

Het tijdloze van Toon Hermans

TOON 100 jaar in Carré

Op maandag 12 december 2016 naar een afgeladen Carré geweest voor TOON 100 Jaar, een ode aan de honderd jaar geleden in Sittard geboren Toon Hermans. Het was voor de wat ouderen onder ons een nostalgische avond. Behalve Freek de Jonge en Paul van Vliet, die tevens de Toon Hermans Award (https://www.nrc.nl/nieuws/2016/12/13/toon-bezongen-en-geeerd-op-feestelijk-gala-5772983-a1536393) uitgereikt kregen van de over de erfenis van zijn vader wakende Maurice Hermans, waren het jongere kunstenaars zoals Hadewych Minis, Lisa Meyvis, Chantal Janzen, en Wende die de liedjes van Toon charmant ten gehore brachten.
In de kranten en commentaren kon worden opgestoken dat het bijzondere van Toon Hermans was dat hij door zijn timing en stiltes de lach te voorschijn wist te toveren van een heel groot publiek. Zelfs Freek de Jonge, die een verdienstelijke poging deed zijn stijl te imiteren, kon daar toch niet helemaal bij komen.
Het bijzondere van de avond was ook dat we iets meer te zien kregen van wie hij was en hoe zijn tamelijk ongelukkige jeugd zijn latere drijfveer voor het zoeken naar waardering van zijn vader moet hebben gegeven. En vertederend waren de beelden van hem met zijn vrouw Rietje die altijd mee ging en die hem vleugels gaf.

toon-zaal

Waarom liet hij de tijd stilstaan?

Ik heb na afloop nagedacht of ik onder woorden kon brengen waarin Toon Hermans nu uitblonk. Inderdaad wist hij iets bijzonders te maken van het gewone en alledaagse, zoals vele commentatoren herhaalden. Maar wat is het bijzondere van het alledaagse? Ik denk dat het niet vanzelfsprekend is dat iemand het bijzondere van het alledaagse inziet. Zelf ben ik met mijn aandacht vaak bij het op weg zijn naar iets dat in de toekomst gaat gebeuren of dat ik graag zou willen laten gebeuren. Zodoende ga ik voorbij aan het bijzondere van het moment. Achteraf kan ik wel het bijzondere van iets dat gebeurde inzien, maar op het moment dat het erop aan komt ben ik niet in het nu. Ik beleef het bijzondere dus achteraf en niet als het gebeurt. Een eerste bijzonderheid van Toon Hermans was dat hij het NU wist te rekken door zijn stiltes. Het NU werd zo ervaarbaar voor de mensen. Bijna de hele avond maakte hij tot een NU, zijn oogopslag of houding waren al voldoende om de mensen te laten lachen. Hij liet de tijd stilstaan.

Hoe kom je tot het bijzondere van het alledaagse?

Er is nog een tweede element. We zijn vaak geneigd iets pas bijzonder te vinden als het maar eens in de zoveel tijd gebeurt, als de koning verschijnt of we naar een groot artiest kijken. Maar ik heb recent gemerkt dat een handje van mijn kleindochter krijgen als ik haar van school ophaal eigenlijk veel meer tot mijn hart doordringt dan al die zogenaamd grote gebeurtenissen. Je moet oog krijgen voor het bijzondere van het alledaagse en daarvoor moet je hart open staan. Je hart brengt je bij het moment. Deze kwaliteit lijkt simpel maar vertegenwoordigt de hoogste kunst, die Toon Hermans heel goed verstond. Hij liet in het moment van het NU de werkelijkheid van het open hart ervaarbaar worden. Dat is een werkelijkheid van menselijkheid, van liefde voor de strevende mens in al zijn kleine gedoe. Als alles heel gewoon is komt de hemel nabij. Dat is de paradox. Juist dan merk je het niet op want het is zoals je het zou wensen, het is normaal. Maar normaal is niet normaal, het is het wonder van de stromende liefde. Dat kan alleen door iemand opgemerkt worden die zelf de liefde in zich voelt stromen en daardoor in staat is datzelfde gevoel in zijn toeschouwers op te roepen. En zodra die onderlinge coherentie tussen kunstenaar en publiek tot stand is gebracht, hoeven er nog nauwelijks woorden te worden gezegd. Alleen wie dat liefdevolle mededogen voor het menselijke aanwezig kan maken, zal Toon Hermans kunnen evenaren. Dat is maar weinigen gegeven.
Dat het uiteindelijk bij hem om de liefde gaat kwam onmiskenbaar naar voren in het slotlied dat Wende zong. De liefde niet alleen naar de ander maar voor al het andere van de schepping: de zee, het strand, de vogels, de bloemen, de ruimte, de tijd, de maan, de zon, maar vooral de liefde tussen ons als man en vrouw. Zo simpel was het, is het en zal het altijd zijn.

20161212_220112

Als de liefde niet bestond

Als de liefde niet bestond
Zullen ze stilstaan de rivieren,
En de vogels en de dieren,
Als de liefde niet bestond.

Als de liefde niet bestond
Zal het strand de zee verlaten.
Ze hebben niets meer te bepraten
Als de liefde niet bestond.

Als de liefde niet bestond
Zal de maan niet langer lichten,
Geen dichter zou meer dichten,
Als de liefde niet bestond.

Nergens zouden bloemen staan
De aarde zou verkleuren.
Overal gesloten deuren
En de klok zou niet meer slaan.

Als de liefde niet bestond,
Dan was de hele vrijerij bedorven,
De wereld was gauw uitgestorven
Als de liefde niet bestond.

Als de liefde niet bestond
Zou de zon niet langer stralen,
De wind zou niet meer ademhalen,
Als de liefde niet bestond.

Geen appel zou meer rijpen
Zoals eens in ’t paradijs.
Als wij elkaar niet meer begrijpen
Dan wordt de wereld koud als ijs.

Ik zou sterven van de kou,
Mijn adem zou bevriezen
Als de liefde zou verliezen.
Er is geen liefde zonder jou.

Donderdag 15 december 2016