Duurzaamheid 7: Duurzaamheid heeft veel last van de toekomstvertekening: hoe later hoe kleiner het belang oogt

Bij duurzame ontwikkeling is de opgave om belangen van anderen elders en in de toekomst nu al mee te laten tellen. Dat is logisch, het zijn de belangen van mensen waar we graag bij op vakantie gaan of de toekomstige belangen van onze eigen kinderen en kleinkinderen. Toch werkt de menselijke psychologie anders dan de wet van de logica. Je inzetten voor duurzame ontwikkeling is logisch maar niet praktisch. De stip aan de horizon die we nastreven is maar een heel klein plekje in het beeld dat elke dag als ‘to do lijstje’ ons voor ogen staat. Hoe verder weg het doel, hoe kleiner de aandacht die we geneigd zijn om er aan te geven. Dat maakt dat veel duurzaamheidsdoelen zoals voorkomen van klimaatverandering, minder plastic tassen gebruiken, je huis isoleren, enzovoort, even geparkeerd worden tot we later tijd vinden er eens goed naar te kijken. Tenzij we uit morele overwegingen onszelf een flinke discipline opleggen of het door de overheid laten afdwingen. We vragen dan aan de overheid om ons tegen onze innerlijke zwakte te beschermen.

De beschermengelen van Ben Tiggelaar

Maar er is ook nog een andere weg. Ben Tiggelaar herinnert ons daaraan in een aardige weblog in de NRC (http://www.nrc.nl/carriere/2015/05/04/de-beschermengelen-van-de-ziel/) getiteld ‘De beschermengelen van de ziel’. Hij bedoelt daarmee niet eens iets heel anders dan het herinnerd worden aan de lange termijn belangen van je kinderen en kleinkinderen. Want het zijn onze kinderen die als beschermengelen fungeren in zijn ogen.
‘Wie iets van psychologie weet kijkt daar niet van op,’ zo betoogt hij. ‘Ons gedrag wordt grotendeels gestuurd door zaken die we hier en nu ervaren. Op het werk richten we ons primair naar collega’s en andere waarneembare prikkels. Daardoor verliezen we het zicht op de belangen van mensen die er niet bij zijn en op de gevolgen van ons handelen voor de lange termijn. Onze hersenen zijn allereerst bezig met ik-hier-nu en niet met ander-daar-straks. Daarom doen we tijdens ons werk dingen die we eigenlijk verwerpelijk vinden. Sommige bankiers in het boek van Joris Luyendijk over de Londense City noemen hun werk ‘soul-destroying’. Een welhaast religieus besef. De Bijbel vraagt: “Wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel?” Kinderen zijn de beschermengelen van onze ziel. Hun aanwezigheid maakt het makkelijker om te doen wat juist is.’
Tiggelaar eindigt zijn blog met de suggestie om een ouderwetse foto van je kinderen op je bureau te zetten en zo bij de les te blijven. Het is een handige tip om het dagelijkse probleem bij het vorm geven van duurzaamheid het hoofd te bieden. Duurzaamheid vraagt handelen vanuit een hoger moreel beginsel dan we geneigd zijn om te doen. Allerlei verleidingen kunnen ons terug laten vallen naar korte termijn denken en op overleving gericht gedrag. De makkelijkste stap om ons ego terug te wijzen en een hoger belang als maatstaf te kiezen is ons verplaatsen in de wezens die ons het meest naast staan en het meest van ons gedrag afhankelijk zijn, onze kinderen.

Keukentafel gesprekken bij CEOs

Ik herinner me dat in de tijd dat de fundamenten van het milieubeleid vorm kregen, in de jaren 1980-2000, er een belangrijke onzichtbare kracht was die het streven van burgers en overheden wind in de rug gaf. Dat waren de (keuken)tafelgesprekken bij de ‘captains of industry’ thuis. Wanneer hun vrouw en kinderen hen aanspraken op het beschermen van de natuur en het milieu, en de bijdrage die hun bedrijf daaraan kon geven, was het pleit al snel beslecht. Zij wilden zich thuis niet hoeven schamen voor hun bedrijf en namen zich voor om hun verzet te staken en in redelijkheid mee te werken. Dat gold natuurlijk niet voor alle ondernemers, maar uit gesprekken heb ik achteraf gehoord dat dit bij menige multinational heeft gewerkt als een stille kracht.
De toekomst heeft een zwakke stem aan de onderhandelingstafel. Daar is wat aan te doen. De stem van de toekomst kan worden versterkt door meer te luisteren naar onze kinderen die uit de toekomst in ons leven zijn gekomen.

11 maart 2015

Duurzaamheid 6: Duurzaamheid in de stad staat of valt met sociale cohesie

In de discussies die wij als medewerkers van Telos op de Tilburg University elke maandag hebben over de uitkomsten van ons onderzoek staan we regelmatig stil bij de vraag wat nu het hart uitmaakt van duurzame ontwikkeling. Het aardige van Telos is dat we over zulke vragen kunnen spreken vanuit meerdere invalshoeken waarbij niet alleen economische of milieuwetenschappen aan de orde komen maar ook de sociale wetenschap. Nadat we in maart 2014 de eerste Nationale Monitor Gemeentelijke Duurzaamheid (www.telos.nl) uitbrachten werden we ons door de uitkomsten ervan bewust dat de oude tegenstelling tussen economie en milieu nog altijd zichtbaar is. Steden waar de economie het goed doet, zoals Rotterdam en Tilburg, hebben de meeste milieuproblemen en andersom. Die milieuproblemen kunnen worden aangepakt met speciale programma’s zoals bij bodemsanering. En economische problemen hebben vanouds al de aandacht van het bestuur. Door de overheid gesteunde investeringen in havens, wegen, innovatief onderzoek en versterking van het aanbod van goedkope en liefst goed opgeleide arbeidskrachten kan de economie stimuleren. Hierbij leeft de gedachte dat economische groei dan misschien eerst tot meer milieubelasting leidt maar uiteindelijk lost dit probleem zichzelf op door nieuwe technologie. Buiten beeld blijft de vraag wat op sociaal gebied de gevolgen van dergelijk overheidsbeleid zijn. Doordat in de genoemde monitor de drie aspecten van duurzaamheid tegelijk in beeld zijn gebracht kwam naar voren dat in de grote steden er weliswaar meer economische groei is maar dat zowel de milieu als de sociale duurzaamheid achterblijven. Er is net zoals bij het milieu voor de sociale duurzaamheid een extra ‘investeringsprogramma’ nodig.

De sociale cohesie van de Bible Belt gemeenten

Investeren in sociale duurzaamheid is meer dan alleen zorgen voor een goede gezondheidszorg, winkelcentra, scholen, culturele voorzieningen, etc. Dat is de sociale hardware die we op de tekentafel kunnen ontwerpen en met behulp van architecten, ingenieursbureaus en aannemers neer kunnen zetten. Maar het hart van het vraagstuk is het versterken van de sociale software in de wijken en steden. Dat is het gevoelige punt waarvoor bestuurders minder makkelijk een antwoord kunnen organiseren. Daar zijn de burgers zelf en hun sociale verbanden aan zet. Pijnlijk wordt hier ook zichtbaar dat oude sociale verbanden in religieus- of verenigingsverband aan kracht hebben verloren en met de komst van grote groepen immigranten ook verder versnipperd zijn geraakt. Een eye-opener door het nationale monitor onderzoek uit 2014 was dat relatief hoge duurzaamheidsscores van gemeenten parallel liepen met de strook gemeenten die als de ‘Bible-Belt’gemeenten bekend staan. Kennelijk was in deze gemeenten de kerkelijke achtergrond nog een belangrijke vorm van sociaal cement die in andere gemeenten moeilijker is te organiseren. Sociale cohesie is een sleutel voor het begrijpen en verbeteren van gemeentelijke duurzaamheid, bleek hieruit.

Hekker’s Bakkerswinkel

In dit verband werd ik aangenaam verrast door een artikeltje in de NRC van 2 en 3 mei 2015 over Piet Hekker (69), eigenaar van de Bakkerswinkel ( http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2015/mei/02/het-oude-koesteren-en-het-nieuwe-toevoegen-1491487). Het concept Bakkerswinkel baseerde hij in 1981 op eenvoud en ambachtelijkheid. ‘Het oude koesteren en het nieuwe toevoegen ’, is zijn formule. Hij startte zijn eerste Bakkerwinkel bewust in Zoetermeer. ‘Ik zag hoe het oude dorp, mijn geboortegrond, verloederde. De nieuwe stad, bedacht op de tekentafel, en het oude vonden elkaar niet. Ik wilde een statement maken. Aan de gemeente en winkeliers laten zien dat als ze iets bovengemiddelds neerzetten, je mensen kunt verleiden terug te komen. Waardoor de hele omgeving een betere plek wordt. De straat, de wijk, de stad. Het gaat om sociale cohesie, de verbinding tussen mensen. ’ Het is een mooie illustratie van het belang van sociale cohesie in een wijk en hoe het particuliere initiatief hierin een enorme rol speelt.

Bakkerswinkel

Wat de overheid vooral moet doen is dergelijke initiatieven faciliteren en onder de aandacht brengen. En dat is al heel wat. Want duurzaamheid vraagt niet alleen van de burgers en ondernemers, maar ook van de overheid een nieuwe rol. Duurzaamheid laat zich niet afdwingen, niet voorschrijven, maar uitlokken, voorleven, aanmoedigen en vieren.

10 mei 2015