In 1985 is de agenda van directeur-generaal Milieuhygiëne Wim Reij gevuld met vele speeches, die een afspiegeling zijn van het vorm krijgen van de nieuwe infrastructuur voor het milieubeheer. Voorbeelden zijn de eerste paal voor een fabriek voor het met een draaitrommeloven verwerken van chemisch afval door Afvalverwerking Rijnmond-Chemie CV te Rozenburg, de opening van Kringloopbedrijf Hellendoorn, de afsluiting van het geluidisolatieproject “de Berkt” te Veldhoven, de opening van een bijeenkomst over milieuvriendelijke overslag bij tankers in Vlaardingen, het in gebruik stellen van de defosfateringswerken Loosdrechtse Plassen, en de opening van een rookgasontzwavelingsinstallatie te Nijmegen. Ook wordt er afscheid genomen van enkele belangrijke personen: de voorzitter van de Centrale Raad voor de Milieuhygiëne, mevrouw Toos van Noordwijk-van Veen, en van de voorzitter van de Gezondheidsraad, oud minister Louis Stuyt.
In dit bericht wordt aandacht besteed aan een van de meest alledaagse aspecten van het milieubeheer: de glasbak. Bij de gelegenheid van de plaatsing van de 10.000ste glasbak in Zeist vervangt Wim minister Winsemius in de ochtend van 24 september 1985.
De glasbak bespaart ons tientallen miljoenen
‘De glasbak heeft Nederland stormenderhand veroverd. Het is nauwelijks nog voor te stellen dat pas zeven jaar geleden de eerste officiële glasbak in gebruik werd genomen. De glasbak hoort erbij en is een onderdeel van ons dagelijks leven geworden. Het is bij de plaatsing van de 10.000ste glasbak goed eens stil te staan bij het resultaat van onze inspanningen op dit gebied. De argumenten voor glasinzameling zijn minder energiegebruik, minder verspilling van grondstoffen, minder ruimtebeslag en gemakkelijker verwerking van ons huishoudelijk afval. Voor ons allemaal is misschien nog aansprekender het feit dat de glasbak ons aanzienlijke financiële voordelen heeft opgeleverd. Een voorzichtige schatting leert dat wij de afgelopen jaren zo’n zestig miljoen gulden aan verwijderingskosten hebben vermeden. Geld dat wij als burgers anders extra hadden moeten uitgeven aan de verwijdering van ons huishoudelijk afval. In de pers zijn recentelijk berichten verschenen met als boodschap dat gescheiden inzameling economisch oninteressant zou zijn. Het succes van de glasbak toont de onjuistheid van deze stelling aan.
Dit jaar zal naar verwachting ruim 200.000 ton glas ingezameld worden. Dat is bijna de helft van de totale hoeveelheid afvalglas. In alle Nederlandse gemeenten staan nu glasbakken. Volgens metingen van het RIVM stijgt het aandeel ingezameld glas nog steeds. Een positieve ontwikkeling. Toch moeten we ons hoeden voor een al te grote tevredenheid. Een respons van 50% betekent dat ook dit jaar weer enkele honderdduizenden tonnen glas op stortterreinen en in verbrandingsovens belanden. Er is dus nog reden voor sturend beleid van de stuurgroep Promotie Glasbak en van mijn departement.’
Nederland is geen koploper
In latere jaren wordt er met behulp van het Landelijk Afvalbeheer Plan aangestuurd op het inzamelen van ca 90% van het verpakkingsglas. Maar voor de Inspectie blijkt dat moeilijk te controleren. Bronnen zoals Milieu Centraal schatten dat in 2012 er zo’n 70% van het verpakkingsglas in de glasbak belandt. Nederland doet het met deze cijfers in de EU iets beter dan gemiddeld. Een EU onderzoek uit 2008 laat zien dat de beste resultaten worden geboekt in landen zoals Zwitserland, Zweden, Noorwegen en België. De uitdaging om al het glas in te zamelen is dus na 30 jaar nog steeds actueel.
Het retoursysteem uitbreiden
‘Welk beleid staat ons voor ogen? Nog steeds ben ik van mening dat het huidige retoursysteem behouden moet blijven en waar mogelijk uitgebreid. Het is interessant te zien hoe inmiddels in de aloude strijd tussen retourverpakking en eenmalige verpakking zich nieuwe partijen aankondigen. Ik denk hierbij aan producenten van kunststofverpakking ter vervanging van traditionele glazen verpakking. Ook zijn er nog steeds ontwikkelingen gaande om de voor eenmalig gebruik bestemde glazen flessen in te zamelen en opnieuw te gebruiken. Wij moeten de resultaten afwachten van experimenten op dit gebied. Ik hoop dat in het kader van het Nationaal Onderzoekprogramma Hergebruik enige goed opgezette zogenaamde milieuboerprojecten, waarbij ook glazen flessen worden ingezameld, kunnen worden uitgevoerd.
Er moeten nog meer stappen gezet worden. Wij weten door onderzoek welke motieven ten grondslag liggen aan het gedrag van de consument die wel glas naar de glasbak brengt en de motieven van hen die dit niet doen. Vooral de laatste categorie mensen is van belang. Uit het onderzoek komt onder meer als een belangrijke factor om niet mee te doen naar voren, dat de consument vond dat tegenover het deponeren van glas in de glasbak geen beloning staat. In de nieuwe campagne wordt geprobeerd deze onjuiste opvatting recht te zetten. Inderdaad, men krijgt geen geld direct in handen, maar indirect heeft de burger door de lagere afvalverwerkingskosten er wel degelijk een persoonlijk belang bij. Ik vraag de stuurgroep dit in haar publiciteit blijvend te benadrukken. Verder wil ik binnenkort nagaan of een algemene maatregel van bestuur zinvol is, teneinde de provincies en gemeenten te verplichten tot een verordening op gescheiden glasinzameling. Het nut van zo’n maatregel is gebleken in Noord-Holland. Daar heeft het provinciaal bestuur gemeenten verplicht dergelijke verordeningen vast te stellen. Dit heeft geleid tot een hogere respons.’
Alle gemeenten zijn inmiddels verplicht een apart inzamelsysteem op te zetten voor glas en andere verpakkingsmaterialen zoals papier en karton en voor andere afvalstromen zoals groente-fruit-en-tuin-afval, textiel, wit-en-bruingoed en klein chemisch afval.
Als richtlijn geldt één glasbak per 650 inwoners.
Gekleurd glas scheiden
‘Tenslotte nog enkele opmerkingen over het scheiden van glas op kleur. Het ingezamelde glas is een uitstekende grondstof. Door geavanceerde verwerkingstechnieken wordt een uniforme kwaliteit verkregen, nog steeds gemengd van kleur. De waarde van het ingezamelde glas zou verder stijgen wanneer gekleurd en ongekleurd glas gescheiden zouden worden. Met steun van mijn departement worden hiervoor technieken ontwikkeld. In sommige landen wordt aan de bron reeds op kleur gescheiden. Ook in ons land wordt hiermee geëxperimenteerd. Ik hoop dat overheid en bedrijfsleven op korte termijn een beslissing over deze kleurscheiding kunnen nemen.’
Inmiddels worden wit, bruin en groen glas gescheiden ingezameld. Nieuw wit (doorzichtig) glas kan alleen gemaakt worden van witte scherven. En groen en bruin glas kan het beste gemaakt worden van groene en bruine scherven. Eerst wordt uit het ingezamelde glas uit de glasbakken alles wat geen glas is verwijderd. De metalen doppen gaan naar de hoogovens in IJmuiden om hergebruikt te worden. De papieren etiketten worden losgeweekt en tot papierpulp verwerkt. Ander vuil, dat mensen onterecht in de glasbak hebben gegooid, wordt verwijderd en gaat naar de gewone vuilverbranding. Het kleine beetje restvuil dat nog aan het glas zit verbrandt op het moment dat het glas door verhitting smelt. Zo is glasrecycling een bijzonder efficiënte manier van hergebruiken.
De glasbak als icoon van milieubesef
‘In het begin van mijn verhaal zei ik u dat de glasbak een onderdeel van ons dagelijkse leven is geworden. De burger heeft bij ieder bezoek aan buurtwinkel of supermarkt een concrete mogelijkheid om iets voor een schoon milieu te doen. Er groeit een generatie kinderen op voor wie het bijna ondenkbaar is dat je glas in de vuilniszak gooit. De bijdrage die de glasbak levert aan een vergroot milieubesef kan niet snel worden overschat. De zorg voor een schoon milieu is eigenlijk net zo vanzelfsprekend als iedere dag je tanden poetsen. Met het oog op de toekomst ligt hier wellicht de grootste waarde van de glasbak’.
Dinsdag 24 september 1985